Hoe kom je in Singapore terecht?
‘Er werd een vacature rondgestuurd en ik dacht meteen: dat moet ik doen! Pas later zag ik dat het in Singapore was. Ik had nog helemaal geen beeld van het land en nu zit ik hier. Tijdens mijn stage kijk ik naar medisch-technologische innovaties in Singapore en in Nederland. Centrale vraag is: waar liggen de kansen voor Nederland?’
Wat vind je van Singapore?
‘Heel interessant. Toen het land onafhankelijk werd, vijftig jaar geleden, was er niets. Het is niet te bevatten dat er in een half eeuw tijd een complete wereldstad uit de grond is gestampt. En het bouwen gaat nog steeds door met als resultaat veel indrukwekkende gebouwen. Toch heerst er ook armoede. Er is een grote scheiding tussen arm en rijk. Je ziet veel oude, kromgegroeide mannetjes en vrouwtjes die schoonmaken. Dat vind ik zielig om te zien. Het leven kan mooi zijn, maar ook heel hard. Een interessant bijverschijnsel van deze stage is, dat ik een beetje nationalistisch aan het worden ben. Dan denk ik: wat hebben we het in Nederland toch allemaal goed geregeld.’
Hoe is de cultuur daar?
‘Redelijk Westers, maar je zit wel in Azië. De culturele diversiteit is enorm. In een straat zie je een moskee, een hindoeïstische en een boeddhistische tempel. Veel immigranten kwamen naar Singapore waardoor de bevolking nu uit onder andere Chinezen, Indiërs en Maleisiërs bestaat. Er is wel wat vermenging van culturen, maarde mensen leven vooral naast elkaar. Deze diversiteit zie je terug in het eten. Van alles is te verkrijgen: Indonesisch, Chinees, Maleisisch, Thais, Vietnamees, maar ook Westers eten. Groente is een uitdaging. Er zijn veel groentegerechten, maar als je naar je bord kijkt, zie je dat vaak niet terug.’
Welke verschillen vallen je op tussen Nederland en Singapore?
‘De werkmentaliteit: lange dagen en weinig vakantie. Wat ook opvalt, is dat de airconditioning enorm hard draait. Hoewel het buiten rond de dertig graden is, heb je binnen vaak een vest nodig.’
Wat doe je verder?
‘Ik verken de stad en de cultuur. Er is een facebookgroep ‘young diplomates’, waar alle andere stagiaires van ambassades in Singapore in zitten, daar spreek ik soms mee af. Ik eet ook veel buiten de deur, zoals bij een Hawker Centre, een soort kantineachtige ruimte met allerlei kleine stalletjes waar je kunt eten. Het allerleukste vind ik dat er zoveel keuze is. Je kunt altijd weer iets nieuws proberen. Begin oktober ga ik met mijn vader twee weken naar Maleisië. Dan heb ik toch nog een beetje vakantie. Met mijn studie moet je stagelopen in de zomer. Ik denk dat het in Nederland voelt alsof je geen vakantie hebt, maar hier heb ik dat gevoel niet.’