Op 1 januari 1991 is het zover: de invoering van de ov-jaarkaart onder minister Ritzen. Het systeem vervangt de ingewikkelde reiskostenvergoeding die tot dan toe geldt voor studenten en scholieren. De kaart is geldig voor alle scholieren en studenten van 18 jaar en ouder. Zij kunnen vanaf dat moment gratis reizen in het openbaar vervoer. Reden genoeg voor een treinfeestje vinden vier UT-studenten elektrotechniek. Wat volgt is een posteractie op alle Nederlandse universiteiten, een toestroom van minstens tienduizend studenten naar Amsterdam Centraal en de politie die het feest beëindigt nog voordat er überhaupt een feesttrein is vertrokken.
‘Ov-treinfeest loopt uit de hand’, prijkt als kop boven een paginabreed artikel in het UT-Nieuws van 10 januari 1991. En verderop: ‘Studenten verdienen een supporterbehandeling’. Een van de vier organisatoren, Martin Bergink, herinnert het zich nog goed. ‘Het feest was uiteindelijk iets populairder dan gedacht’, zegt hij grinnikend. ‘Het leek een beetje op Project X in Haren, nu ik erover nadenk.’
Een soort Project X avant la lettre. Ruim vóór Facebook. ‘We hadden net email in die tijd’, memoreert Bergink, die inmiddels werkzaam is bij Demcon in Enschede. Hij blikt terug op de ontstaansgeschiedenis van het uit de hand gelopen feestje. ‘Het idee ontstond tijdens een college. Met zo’n ov-jaarkaart kun je een prachtig treinfeestje organiseren, zei een van de docenten. We keken elkaar aan. Hij heeft gelijk! Deze docent stond bekend onder zijn bijnaam ‘Sostenutos’. Al snel was 'De Sossi' als feestcommissie geboren.’
De Sossi, bestaande uit vier UT-studenten, gaat aan de slag. ‘We werkten de eerste plannen uit. Op welk treintraject gaan we het organiseren? Hoe laat? Wie vinden dit nog meer leuk? We besloten voor Amsterdam-Rotterdam te gaan. Op dit traject reden de treinen de hele nacht door. Vervolgens drukten we posters en T-shirts en zijn we langs zo’n beetje alle Nederlandse universiteiten gegaan om het feest te promoten. Het verspreidde zich als een olievlek over studerend Nederland, mag je wel zeggen.’
Scan van de poster van het ov-feest
Na enkele weken promoten, breekt de feestavond aan. ‘De trein vanuit Enschede naar Amsterdam zat al afgeladen vol. Eenmaal in Amsterdam, stonden er zeker een paar duizend mensen op het perron. Ik denk dat er uiteindelijk meer dan tienduizend man op af is gekomen, vanuit Groningen tot Maastricht. Het begon hartstikke leuk. We hadden goed contact met de NS. De conducteurs deelden studentenhaver uit in de trein. Hier en daar trok iemand aan de noodrem, maar voor de rest was het één groot feest, mede door alle ‘frisse drank’ die iedereen had meegenomen.’
Helaas slaat de sfeer na verloop van tijd om, weet Bergink zich te herinneren. ‘Het was zo druk dat de trein niet kon vertrekken. Bovendien begonnen er groepjes mensen rotzooi te trappen. Het type fanatieke voetbalfan, zo zou ik ze omschrijven. Het waren zeker geen studenten. Ik zag op het gegeven moment iemand lopen met zo’n ijzeren stang die in de trein tussen de vloer en het plafond is bevestigd. Uiteindelijk kwam de politie in actie en hebben ze het perron schoongeveegd.’
Einde feest. Alhoewel, niet helemaal. ‘De meesten – waaronder ikzelf – zijn het nachtleven van Amsterdam ingedoken om daar verder te feesten. Ik pakte uiteindelijk de eerste trein terug naar Enschede. Achteraf knepen we ‘m nog wel een beetje. Er was gedoe ontstaan. Verschillende kranten spraken er schande van. Wij wilden als organisatoren niet aansprakelijk worden gesteld. Daarom hebben we ons een tijdje koest gehouden.’
De schade en schande blijkt uiteindelijk erg mee te vallen. Bergink en consorten sturen de NS enkele weken later een bedankbrief. ‘Zij hebben het van begin af aan sportief opgevat’, concludeert Bergink. ‘Het was ook een leuk idee. Een ludieke studentenactie. Maar als er vervolgens meer dan tienduizend man op af komen, dan mag je wel stellen dat het een beetje uit de hand is gelopen, haha!’
Wat ook een beetje uit de hand loopt is de ov-jaarkaart zelf. De studenten treinen vanaf 1991 twee keer zoveel als verwacht, gemiddeld 9 000 kilometer per student per jaar. Veel van die gereisde kilometers zijn voor ‘de leuk’, het zogenaamde ‘lustvervoer’. Gevolg: de openbaar-vervoersdiensten moeten hun capaciteit enorm uitbreiden en het bonnetje gaat naar het ministerie. In de volgende decennia ’s volgt een kaalslag van de oorspronkelijke ov-jaarkaart. Studenten moeten kiezen tussen een week- of weekendkaart en ook de duur van het reisrecht wordt drastisch ingekort. Tja, bij ieder (ov-)feestje hoort vroeg of laat een kater, zullen we maar zeggen.