De campus lijkt vrijwel uitgestorven, maar in de UB is het nog een drukte van belang. Het zijn niet de studenten die voor reuring zorgen, maar de tapijttegelleggers. De universiteitsbibliotheek wordt voorzien van een nieuw gazonnetje textiel. Het nog in te zaaien gedeelte is afgezet met een lint. Ongeveer de helft van de bieb blijft gereserveerd voor studenten. Deze groep pechvogels moeten hun vakantieplannen nog even uitstellen en bevolken de UB om te studeren voor aanstaande hertentamens en aanverwante studiewerkzaamheden.
‘Ik ben bezig met het grote doel’, zegt Thijs Rakels (23), bachelorstudent Advanced Technology, terwijl hij een broodje wegwerkt bij de koffieautomaten. ‘Ik wil vóór de Kick-In mijn bacheloropdracht afronden. Bijna iedereen heeft vakantie, maar ik zit in de UB. Best wel frustrerend. Hoewel ik ’s avonds na het studeren gewoon bij mijn vrienden aanschuif. Drinken doe ik dan niet, want dan ben je twee dagen kwijt. Of ik altijd in de UB studeer? Meestal wel. Thuis komt ’t er niet van. Soms ga ik in de Horst zitten in plaats van de UB. Laatst nog, toen had ik een deadline. Ik zat heerlijk in m’n eentje tot drie uur ’s nachts in de Horsttoren. Niemand die mij eruit gooide.’
Terug naar huis
‘Gaat de meerderheid van de studenten naar huis in de vakantie?’, vraagt Pook Pangpun (19), bachelorstudent Mechanical Engineering zich af. Hij zit in een comfortabele stoel bij de ingang van de UB. ‘Ik wacht op mijn vlucht naar Thailand die pas over twee weken gaat. De herkansingen vallen in deze periode en heel misschien heb ik er nog één. Daarom heb ik mijn vlucht pas geboekt voor eind juli. Gevolg is wel dat ik twee weken moet wachten. Mijn dagen bestaan nu vooral uit slapen – ik woon in de Hogekamp – en sporten op de atletiekbaan. Wel fijn, want het was best een zwaar jaar. Het studieritme ligt hoog in Twente. Gelukkig heb ik het overleefd. Wat ik in Thailand ga doen? Waarschijnlijk naar het strand. Het weer is daar wat beter dan in Nederland, hè.’
Ook German Anikevich (19), bachelorstudent wiskunde, gaat deze zomer terug naar zijn ouders in Letland. ‘Tuurlijk, ik kijk ernaar uit om mijn vrienden en familie weer te zien. Deze week moet ik nog studeren voor een hertentamen. Het is een tentamen uit de eerste periode; de enige die ik dit jaar niet haalde. Nadat ik de onvoldoende in het eerste blok kreeg, wist ik dat ik iets beter mijn best moest doen. Meestal studeer ik samen met een vriend. Hij komt zo meteen als het goed is. Het studeren begint voor mij pas in de middag, want ik blijf tot laat op.’
Samen is niet alleen
Het studieritme van onafhankelijk damesdispuut STER begint iets eerder: ze verzamelen ‘stipt’ tussen negen uur en half tien bij de Vrijhof. Nu, rond het middaguur, genieten Janique Westerbeek, Vera Truijen en Margreet Morsink samen van een korte pauze. ‘Hoe lang duurt het interview ongeveer? We moeten zo echt weer aan de slag.’ De dispuutsgenoten zijn achtereenvolgens bezig met afstuderen, een herkansing en een ‘mini-afstudeer-achtig-iets’.
Morsink: ‘Meestal studeren we als groepje. Dan zijn we samen aan het strijden. We houden vaste tijden aan en nemen af en toe een pauze, dat is wel zo gezellig. Het is best lastig om jezelf te motiveren als de rest van je huisgenoten al vakantie viert. Daarom spreken we met elkaar af, als lotgenoten.’ Westerbeek: ‘In m’n ééntje zou ik nooit naar de UB gaan. Nu lukt dat wel. We werken meestal tot een uur of vijf ’s middags door. Net een gewone werkdag, eigenlijk.’ Morsink: ‘Trouwens, het helpt ook mee dat de zon niet schijnt de laatste dagen. Dat maakt het studeren een stuk makkelijker.’