Een en ander staat te lezen in de notitie Aio's aan de Universiteit Twente die het CvB onlangs, vergezeld van eigen commentaar, toezond aan de U-Raad. Het stuk werd vorig jaar door de dienst Personeel & Organisatie en het Bureau Beleidsondersteuning opgesteld op basis van de resultaten van een enquête over de huidige promotie- en ontwerpersopleidingen onder een steekproef van 142 van de 462 Twentse aio's, oio's en ontwerpers. De notitie is voor het CvB vooralsnog geen aanleiding tot ingrijpende beleidswijzigingen.
De meeste UT-faculteiten, zo blijkt uit de notitie, zien de aio/oio liever als werknemer dan als promotiestudent (zoals voorgesteld door VSNU en NWO). Volgens de faculteiten geeft het werknemerschap na de promotie meer status en kansen op de arbeidsmarkt. De beste afgestudeerden zullen daarnaast niet warm lopen voor de positie van promotiestudent-met-beurs. De faculteiten geloven overigens niet dat het voorgestelde nieuwe promotiestelsel er ook echt komt. Ook het CvB houdt vast aan het bestaande aio-stelsel. Wel wil men 'incidenteel' bursalen tot de promotiestudie gaan toelaten.
De onderzoekers waren benieuwd of UT-promovendi en -ontwerpers vinden dat ze goed worden opgeleid. Het bleek dat de tevredenheid groeit naarmate men verder in het traject zit. Van de promovendi heeft 85 procent een opleidings- en begeleidingsplan; bij ruim de helft wordt dat plan ook daadwerkelijk uitgevoerd. Aio's zijn over hun begeleiding evenvaak tevreden als ontevreden. Oio's zijn meer ontevreden dan aio's, ontwerpers meer tevreden.
Volgens de notitie zijn er duidelijke verschillen qua tevredenheid tussen de tweejarige ontwerpersopleidingen, die een gestructureerd curriculum hebben, en de vierjarige aio/oio-opleidingen, die het veelal zonder moeten stellen. Het is de vraag of de verwachtingen van aankomend promovendi over begeleiding wel reëel zijn, stelt de notitie verder. 'Wellicht moeten te grote verwachtingen in het begin reeds worden bijgesteld, moet de begeleiding worden geïntensiveerd of moet er een strengere selectie aan de poort plaatsvinden.'
Het onderzoek wijst uit dat de faculteiten weinig zicht hebben op essentiële kerncijfers, zoals de exacte aantallen promovendi die binnen dan wel buiten vier jaar promoveren, en de aantallen promovendi die wachtgeld ontvangen vóórdat of nadat ze zijn gepromoveerd. P&O wil nu proberen om deze cijfers vanuit de diverse bestanden bijeen te sprokkelen. In de UR-sectievergadering van december bleek dat ex-aio's en -twaio's 37 procent van de door de UT betaalde wachtgelden (voor 1995 geraamd op 12,4 miljoen) opsouperen.
De dienst Personeel & Organisatie en het Twents Aio-Overleg willen in de toekomst geregeld en intensief gaan overleggen over de stand van zaken aan het promotiefront. P&O is verder van plan de nu twee jaar uitgeprobeerde cursus 'Loopbaanoriëntatie voor 3e-jaars aio's' standaard aan te bieden. De cursus beslaat in totaal zes dagen, uitgesmeerd over een periode van een half jaar. De bedoeling is dat de faculteiten de helft van de kosten gaan dragen (1500 gulden per deelnemer).