Afgelopen maandag was bij broodje cultuur de cabaret-voorstelling te zien van 'Volle venten', twee studenten van de Pabo Edith Stein in Hengelo. Het programma leek nog het meest op middelbare schoolcabaret. De meeste sketches waren beter uitgekomen, wanneer ze het bij één zin hadden gelaten in plaats van het in een sketchje uit te werken. De liedjes (zeker aan het eind) maakten echter weer veel goed. Het in grote getale opgekomen publiek was in ieder geval laaiend enthousiast.
'Er zit geen rode draad in, het is niet cultureel verantwoord, we hebben geen boodschap en we gaan niet dieper dan de gemiddelde platbodem', zeggen de twee studenten over hun eigen programma. Maar wat had het dan wel, vroeg je je als publiek soms af. Het aantal woordgrappen was minimaal of werd tenminste drie tot vier maal herhaald. Scènes, zoals over de vele mogelijke luiers (boy or girl, lekrandje of niet, plakstrip of niet), werden te lang uitgewerkt en vaak net te overdreven gespeeld.
Het leukste waren de liedjes. Ook hierbij werden thema's lang uit gewerkt, maar door de variatie in muzieksoorten en de mooie tweestemmige zang, kwam dit beter over. In een modern Italiaanse popsong hadden ze tientalle Italiaanse namen verwerkt, Berlusconi, Fellini, Visconti, Ferrari. In hoog tempo volgden Italiaanse klanken zonder enige betekenis. Ze gaven het lied echter de Italiaanse touch, waar zovele Nederlanders op lijken te vallen, ook al begrijpen ze niets van de tekst.
Ook mooi was de (eindelijk korte) rap over het sprookje Roodkapje. Ze kwam de wolf tegen in een vreemde houding. Ze vroeg hem de weg, maar hij was aan het schijten. De moraal van het verhaal: Schijtende wolven bijten niet. Het publiek was enthousiast, maar het kan zeker beter.