Iedere zes jaar komen er bij opleidingen van universiteiten en hogescholen deskundigen langs om te kijken of het onderwijs goed genoeg is. Aan de juridische bacheloropleidingen van de Universiteit van Amsterdam lopen 59 rechtenstudenten per docent rond. Te weinig voor ‘vruchtbaar interactief onderwijs’, vinden de studenten. Maar de opleiding belooft er iets aan te doen en daarom heeft de commissie er toch vertrouwen in. Het licht kan op groen. De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie heeft dat oordeel overgenomen.
Bij andere opleidingen is het ook druk. In Rotterdam zijn er 53 studenten per docent. In Groningen 52, in Utrecht 54, in Nijmegen 49, aan de Vrije Universiteit 43 en in Leiden 42. Het is dus een wijdverbreid probleem, al is het in Leiden klaarblijkelijk minder erg dan aan de UvA. Veel van deze docenten moeten ook nog de tijd vinden om onderzoek te doen.
Met zo weinig docenten is het misschien geen wonder dat het studiesucces aan de rechtenopleidingen bijzonder laag is. Veel studenten haken af of halen helemaal geen diploma. Een ‘aandachtspunt’ heet dat in de rapporten. Over de Erasmus Universiteit moesten de deskundigen op verzoek van kwaliteitsbewaker NVAO extra uitleg geven, want na vier jaar had maar 26 procent van de Rotterdamse rechtenstudenten het bachelordiploma: waarom kreeg de opleiding op dat punt een voldoende?
Het panel van deskundigen zag een stijgende lijn. Twee lichtingen eerder lukte het maar 17 procent binnen vier jaar af te studeren. Bovendien hebben andere rechtenopleidingen ook lage rendementen. ‘Het is een landelijk en zeer complex probleem’, meent de commissie. En daarom mogen de opleidingen allemaal verder, ondanks hun lage studiesucces.
Niveau bachelorscripties
En hoe staat het dan met het eindniveau van de bachelors? Daar valt niet altijd iets over te zeggen. Per opleiding hebben de deskundigen slechts twee scripties ingezien. Eentje die een zes waard was en eentje die een acht kreeg.
In Tilburg waren de scripties van de opleiding recht & management volgens de deskundigen goed genoeg, al hadden ze kritiek op ‘het ontbreken van een verantwoording van de werkwijze’. Ook was er sprake van ‘onvoldoende juridisch en Nederlands taalgebruik, een beperkte juridische literatuurlijst en een rammelende opbouw’. Er staat niet bij of de deskundigen in dit geval meer dan twee scripties hebben bekeken. Wel vinden ze dat bachelorscripties voortaan door minimaal twee docenten moeten worden nagekeken. ‘Dit is op dit moment geen beleid.’
De NVAO, die eindverantwoordelijk is, verleent Tilburg accreditatie. Maar wat het studieprogramma betreft, vraagt de keurmeester ‘met klem aandacht voor de door het panel gesignaleerde verbeterpunten en het grote aantal daarvan’.
Ook bij de UvA vallen de essays en het studiesucces tegen. Eén van de twee bekeken scripties was zelfs onvoldoende. Toen heeft de commissie voor de zekerheid nog drie extra scripties beoordeeld, die wel voldoende waren. De opleiding krijgt het stempel van goedkeuring van de NVAO ‘vanuit het door het panel uitgesproken vertrouwen in de genomen en te nemen maatregelen’.
‘Toen de rapporten binnenkwamen en het patroon zich aftekende, stonden wij voor de vraag hoe te handelen’, zegt bestuurslid Paul Zevenbergen van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). ‘Met name over het studiesucces hebben we stevige gesprekken gevoerd met de decanen van de faculteiten en daarna met de rectoren van de universiteiten.’
Zijn de opleidingen momenteel wel echt voldoende? Of krijgen ze de goedkeuring alleen op grond van hun goede voornemens? Dat weerspreekt Zevenbergen. Hij verwijst naar de deskundigheid van de commissies die de opleidingen hebben doorgelicht. Die hebben de opleidingen niet afgekeurd.
Konden die deskundigen er wel genoeg over zeggen, als ze maar twee scripties per opleiding hebben bekeken en daar soms nog kritiek op hadden ook? ‘Dat ze kritiek hebben op de scripties, wil niet zeggen dat die scripties ook onvoldoende waren’, zegt Zevenbergen. ‘Het kan altijd beter. Per faculteit hebben ze een aanzienlijk aantal scripties bekeken.’
Niet verrast
Frank Steenkamp, directeur van het Centrum voor Hoger Onderwijs Informatie, is niet verrast dat de rechtenopleidingen geen uitblinkers zijn in het universitaire landschap. ‘Dat schrijven wij al jaren in onze Keuzegids. Maar wat ons wel heeft verbaasd, is dat de NVAO deze accreditatieronde nog niet heeft benut om in dit belangrijke vakgebied te zorgen dat de lat hoger wordt gelegd. Het doet pijn aan je ogen als je deze visitatierapporten en de accreditatiebesluiten leest. Matigjes, maar vooruit maar weer.’
Ook de Landelijke Studenten Vakbond maakt zich zorgen. ‘Ik had al geen hoge verwachtingen van de rechtenopleidingen, maar dit is wel bijzonder ernstig’, zegt voorzitter Pascal ten Have. Volgens hem is er bij de opleidingen een cultuuromslag nodig. De universiteiten halen hun prestige vooral uit het onderzoek en letten minder op onderwijs, vermoedt hij. ‘Er moet weer een community komen waarin mensen zich afvragen: hoe kunnen we zo goed mogelijk kennis overdragen?’
HOP, Bas Belleman