Het kabinet heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer. Bussemaker heeft daarom de steun van GroenLinks en D66 nodig om het stelsel erdoor te krijgen. GroenLinks kondigt nu alvast aan dat die steun er niet komt. Mocht Bussemaker haar leenstelsel voor masterstudenten een jaar uitstellen – zoals ze eerder voor bachelorstudenten deed – dan heeft ze volgens Van Ojik een jaar langer om geld voor het onderwijs te zoeken en “om duidelijk te maken waarom het nodig is dat studenten geld gaan lenen”. Ook D66 is in principe voor een leenstelsel, maar heeft telkens een voorbehoud gemaakt. Die partij wil extra investeringen in het onderwijs, bovenop de opbrengst van het leenstelsel. Zolang die er niet komen, zal de partij geen steun geven. Dus was al voor de zomervakantie duidelijk dat minister Bussemaker haar leenstelsel voor masterstudenten op haar buik kon schrijven. Ze zou haar wet nooit op tijd door de Eerste Kamer gaat krijgen. Bussemaker ziet een lichtpuntje in de opmerkingen van Van Ojik. “Het is goed dat Van Ojik nu zegt: dat sociaal leenstelsel moet er komen”, reageert ze. “Daar ben ik verheugd over.”
Verder houdt ze de kaarten tegen de borst. Over uitstel van haar wet doet ze geen uitspraak. “Het wetsvoorstel ligt bij de Tweede Kamer; daar voeren we binnenkort het debat maar ik constateer wel dat elk jaar uitstel betekent dat de investeringen ook een jaar later komen.”