Het hoger onderwijs krijgt bijna de helft van de vijftien miljard euro die de Europese Unie uittrekt voor Erasmus+, een nieuw programma dat eerdere Europese programma’s voor onderwijs, jeugd en sport vervangt. Ook de populaire Erasmusbeurzen vallen hieronder. Als het aan Brussel ligt gaan de komende zeven jaar twee miljoen studenten met een Erasmusbeurs de grens over. Voor Nederland is in 2014 zeventien miljoen euro aan Erasmusbeurzen beschikbaar. Dat is vijf miljoen meer dan voorheen.
Beurs gaat omhoog
Het is nog niet duidelijk hoeveel Nederlandse studenten straks de grens over kunnen, zegt internationaliseringsorganisatie Nuffic. Nu zijn de Erasmusbeurzen voor Nederlandse studenten 220 euro per maand, maar dat bedrag gaat omhoog. “We weten nog niet wat het nieuwe bedrag wordt”, zegt een woordvoerder, “dus we kunnen nog niet uitrekenen hoeveel studenten een beurs zullen krijgen.”
Nu gaan er 9,3 duizend Nederlandse studenten per jaar met een Erasmusbeurs de grens over. Ze blijven ongeveer vijf maanden weg. Er komen hier bijna tienduizend studenten uit andere landen naartoe.
Erasmus+ trekt ook een half miljard euro uit voor een omstreden leengarantiestelsel. De EU staat vanaf 2014 garant voor leningen die studenten afsluiten om een master te volgen in het buitenland: als studenten niet kunnen terugbetalen, doet de EU dat voor hen. Het risico voor banken wordt daardoor kleiner en dat zou moeten leiden tot goedkopere studieleningen. De Europese Commissie verwacht dat er ongeveer 200 duizend studenten gebruik van kunnen maken.
De European Students Union is fel tegen de leengarantie. De studentenorganisatie vindt dat Europa zijn geld beter kan besteden aan beurzen. De ESU vindt dat de EU jongeren niet zou moeten aanmoedigen om te lenen. Minister Bussemaker is wel voorstander, omdat de leengarantie meer buitenlanders naar Nederland kan trekken. Nederlandse studenten zullen er weinig aan hebben, omdat zij hun studiefinanciering al mee de grens over mogen nemen.
Strijd tussen koeien en kennis
De nieuwe meerjarenbegroting van de Europese Unie werd in november na eindeloze onderhandelingen goedgekeurd. In Europa woedt een strijd tussen ‘koeien’ en ‘kennis’: sommige regio’s willen vooral investeren in landbouwsubsidies, terwijl bijvoorbeeld Nederland meer heil zien in geld voor kennis en innovatie.
Lidstaten ruzieden er maandenlang over met het Europees parlement, maar kwamen uiteindelijk tot een compromis, dat goed uitpakt voor de programma’s van Erasmus+. Het totale budget van alle programma’s is de komende jaren fors hoger dan de afgelopen zeven jaar. In de vorige begroting (2007-2013) was tien miljard euro beschikbaar, eerdere onderhandelingen leken uit te komen op zestien miljard, maar het uiteindelijk compromis is vijftien miljard euro.