Of VU-hoogleraar Peter Nijkamp nu wel of niet heeft geplagieerd: de gemoederen houdt hij in ieder geval flink bezig. NRC Handelsblad en de Volkskrant weten het allebei al zeker: de productieve topwetenschapper is zijn boekje te buiten gegaan. Precies dezelfde zinnen of alinea’s verschenen in verschillende artikelen van zijn hand, zonder dat daar de juiste bronnen bij werden vermeld. En dat mag niet.
Het leidde tot kritiek op zijn persoon (volgens econoom Arnold Heertje heeft Nijkamp “gewoon diefstal gepleegd”) en op de wetenschap in het algemeen, maar ook tot ongerustheid. Heb ik per ongeluk ook geplagieerd, vraagt hoogleraar wiskunde Mark Peletier (TU Eindhoven) zich af op zijn blog. Het overkomt iedereen wel eens, zeggen twee Maastrichtse economen in universiteitsblad Observant.
Een eenduidige definitie van zelfplagiaat bestaat inderdaad niet, zegt een woordvoerder van universiteitenvereniging VSNU. In de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening wordt er met geen woord over gerept. “Maar je moet als wetenschapper altijd nauwkeurig refereren. Als je dat niet goed doet ben je gewoon niet eerlijk bezig”, aldus de woordvoerder.
Pronken met andersmans veren mag niet, schrijft de gedragscode voor, maar over pronken met eigen veren staat niets geschreven. Wel is de code duidelijk over het belang van goede bronvermelding: “De keuze van de onderzoeksvraag, de opzet van het onderzoek, de keuze van de gehanteerde methode en verwijzing naar geraadpleegde bronnen is nauwkeurig gedocumenteerd.”
Om verwarring in de toekomst te voorkomen, overleggen de VSNU en de wetenschappers van de KNAW of de gedragscode aan herziening toe is. Of die er daadwerkelijk komt, is nog niet besloten.
Het feit dat een wetenschapper zijn bronnen ooit zelf heeft geschreven, ontslaat hem niet van de plicht die nauwkeurig te benoemen, oordeelde de commissie die eerder onderzoek deed naar zelfplagiaat in het proefschrift van VU-promovenda Karima Kourtit. Of de onderzoekscommissie die het werk van Nijkamp onder de loep neemt er net zo over denkt, moet nog blijken.