Het genootschap van topwetenschappers kreeg deze week woedende kritiek te verduren van de Groningse bijzonder hoogleraar André Faaij, die gelooft dat biobrandstoffen een veelbelovende energiebron zijn. In een recent visiedocument zou de KNAW biobrandstof willen zwartmaken en onderzoek op kleuterklasniveau verrichten, alleen maar om de Tweede Kamer te beïnvloeden, aldus een razende Faaij in de Volkskrant.
Het document van slechts twee pagina’s plus voetnoten was bedoeld om Kamerleden een afgewogen overzicht van wetenschappelijke feiten te geven voor het debat dat zij afgelopen dinsdag over het energiebeleid voerden. De KNAW wil zich vaker in actuele kwesties mengen, maar de keerzijde is meteen duidelijk: maakt zij zichzelf dan niet omstreden?
'We hebben ermee geworsteld, daar kan ik eerlijk over zijn', zegt Hans Clevers, president van de KNAW. 'We zagen de kritiek wel aankomen.'
Deze ‘visiedocumenten’ zijn nieuw. Waarom beginnen jullie ermee?
'We schreven altijd al adviezen, maar die zijn enorm doorwrocht en komen meestal na maandenlang onderzoek tot stand. We hebben veel meer te bieden. Dat stond ook in een recente evaluatie van de KNAW. Dit visiedocument is de eerste in een hopelijk lange reeks. Het is in elk geval gelukt de tongen los te maken.'
Moet de KNAW zich niet neutraal opstellen en zo’n discussie aan deskundigen overlaten?
'Er zijn in Nederland op het gebied van biobrandstof een paar – meestal zelfverklaarde – experts, waar Faaij ook bij hoort. Die hebben allerlei banden met stakeholders. Voor iemand als Faaij is het moeilijk om alleen maar de wetenschap te laten spreken. De drie mensen die voor de KNAW het visiedocument hebben geschreven, staan er een beetje buiten en kunnen zich neutraler opstellen. Dat hun stuk wetenschappelijk nergens op slaat, kunnen we eenvoudig bestrijden.'
Mijnenveld
Toch kan zo’n rel de reputatie van de KNAW schaden, en misschien zelfs het vertrouwen in de wetenschap aantasten. Voormalig Rathenau-directeur Jan Staman waarschuwde wetenschappers voor het mijnenveld waarin ze terecht komen als ze zich bemoeien met politiek gevoelige onderwerpen. 'Stel je voor', zei Staman over boringen naar schaliegas, 'een wetenschapper zegt dat er nauwelijks risico’s zijn. Dan kruipen andere wetenschappers meteen uit hun holen. Die hebben daar nog wel iets over op te merken en verwijten hun collega’s dat ze hun ziel hebben verkocht. De burgers kijken daarnaar en denken: hier hebben we niets aan.'
Clevers: 'Het is riskant, dat is duidelijk. Maar als wij het niet doen, wie dan wel? Wij zijn het aan onze reputatie verplicht dat we ons uitspreken. We hadden dit advies ook over dertig jaar kunnen schrijven, maar dan is het te laat.'
Dus vaker partij kiezen? 'Als we het goed doen, geven we niet een mening maar een gebalanceerd overzicht van de wetenschappelijke feiten. Alles is geciteerd, van links tot rechts, al is het wel beknopt. Het moet begrijpelijk zijn voor beleidsmakers. Simpel is het niet, zeker niet als het om ethische kwesties gaat of als er grote belangen van afhangen.'
Faaij zegt dat hij wel kritiek mocht geven op het document, maar dat hij dan meteen zijn naam eraan moest verbinden.
'Nee, zo gaat dat niet. Hij trekt het hele proces van de wetenschap scheef. Peer review is heel normaal in de wetenschap. De reviewers verbinden hun naam helemaal niet aan de publicatie. Een aantal andere deskundigen hebben wel kritiek geleverd en dat was heel nuttig. Toen hebben we het stuk nog enigszins aangepast. Maar we trekken zelf onze conclusies. Als je half Nederland zou moeten volplanten met koolzaad om hier genoeg biobrandstof te krijgen, dan heeft het geen zin. Dan kun je die ruimte beter voor zonnepanelen gebruiken. We hebben ook veel steunbetuigingen gekregen, maar die komen minder snel in de krant.'
Het debat stopt hier niet, zegt Clevers. Vandaag gaat Faaij met één van de schrijvers van het visiedocument in discussie en de KNAW zal ook een mini-symposium over het onderwerp organiseren.