Jonge academici hebben tot 2020 een ‘redelijke’ kans op een baan, voorspelt het Maastrichtse Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) in het tweejaarlijks rapport over de baankansen van afgestudeerden. Voor 21 procent van de wo’ers is het perspectief zelfs goed, twee jaar geleden gold dat nog voor slechts zes procent. De arbeidsmarkt heeft de “zwaarste klappen achter de rug”, aldus het ROA.
Techniekopleidingen zijn nog steeds een goede keus, vooral informatici zullen de banen straks voor het oprapen hebben. Omdat de komende jaren veel natuurkundigen en scheikundigen met pensioen gaan, hoeven ook studenten van die opleidingen zich weinig zorgen te maken.
Mismatch
Afgestudeerden in de gezondheidszorg krijgen het volgens het ROA redelijk moeilijk, vooral omdat er de komende jaren weinig mensen met pensioen gaan en omdat er door de overheid wordt bezuinigd op de zorg. Maar, van alle wo’ers werken degenen met een medische achtergrond nog altijd het vaakst op hun eigen niveau én in hun eigen sector.
Wo’ers met een taal- en cultuuropleiding zitten het vaakst niet op hun plek. Maar liefst 42 procent werkt onder hun niveau, 51 procent werkt in een andere sector. Ook afgestudeerden van opleidingen ‘gedrag en maatschappij’ hebben meer dan gemiddeld last van een mismatch.
Overigens heeft het ROA zelf aan dat het moeilijk is functies te koppelen aan specifieke academische opleidingen. Werkgevers die op zoek zijn naar hoger opgeleiden kunnen vaak kiezen uit jongeren met verschillende opleidingsachtergronden. Zo komen veel technici uiteindelijk in het bedrijfsleven terecht en is het nog maar de vraag of elke academisch opgeleide journalist bij een krant wil werken.
Doorstuderen
Ondanks de nog steeds niet heel florissante arbeidsmarkt loont het om door te studeren, laten de cijfers van het ROA zien. Hbo’ers en wo’ers hebben de afgelopen jaren minder last gehad van de crisis en ook de komende jaren zullen ze makkelijker een baan vinden dan jongeren met een mbo-diploma.
Bovendien verdienen hoogopgeleide werknemers over het algemeen meer, krijgen ze vaker een vast contract en maken ze vaker promotie dan lager opgeleide collega’s.