Communicatie bij overstroming te traag

| Kitty van Gerven

Bij ernstige overstromingen kunnen levens worden gered als bestuurders voor hun evacuatiebeleid gebruik maken van interactieve simulatiemodellen in plaats van de momenteel nog gangbare statische kaarten. Tot die conclusie komt Anne Leskens in zijn proefschrift ‘The case of flood policy decision-making’, waarop hij vandaag aan de UT promoveert.

Photo by: Mark Ruiter

Leskens, die onder meer werkzaam is bij het waterbeheeradviesbureau Nelen & Schuurmans, probeerde met zijn onderzoek antwoord te vinden op de vraag of de nieuwe interactieve simulatiemodellen, die sinds een paar jaar op de markt zijn, al dan niet van voordeel zijn bij de besluitvorming in overstromingssituaties. Hiervoor bestudeerde hij de manier waarop veiligheidsregio’s en waterschappen met dergelijke calamiteiten omgaan. Hij verdiepte zich onder meer in de evaluaties van acht rampenoefeningen, analyseerde de werkwijze van twee waterschappen en volgde een calamiteitenoefening van de gemeente Delft en het waterschap Hoogheemraadschap.

Communicatie niet optimaal

Leskes besteedde daarbij vooral aandacht aan de tijd die gepaard gaat met de besluitvorming binnen de verschillende gremia (burgemeesters, beleidsadviseurs, (technisch) specialisten) en concludeerde dat de communicatie in crisissituaties momenteel niet optimaal is. Dit heeft volgens Leskens vooral te maken met het gebruik van de bestaande simulatiemodellen, die niet interactief zijn en min of meer statische kaarten maken.

‘Op een enkele uitzondering na werken bijvoorbeeld de waterschappen nog met deze modellen. Doordat je hiermee niet direct kunt inspelen op wijzigingen in de situatie, bereikt de relevante informatie over overstromingsgevaar de bestuurders met vertraging. Soms loopt deze informatie twee tot zelfs vier uur achter bij de actuele situatie’, aldus Leskens.

Veiligheidsoverwegingen

Gevolg daarvan is volgens de onderzoeker, dat bestuurders vaak uit veiligheidsoverwegingen tot grootscheepsere evacuaties besluiten dan daadwerkelijk nodig blijkt te zijn. ‘Maar het omgekeerde kan evengoed gebeuren. Dan wordt er te weinig actie ondernomen, met alle gevaren van dien’, aldus Leskens.

Interactieve simulatiemodellen met de nieuwste techniek, zoals die nu al op kleine schaal bij de instellingen voor waterbeheer worden toegepast, kunnen volgens de promovendus het besluitvormingsproces aanzienlijk verbeteren. ‘De technische informatie komt dan eerder en beter door bij de bestuurders. Zij krijgen meer inzicht in welke delen van het gebied onder water komen te staan en wanneer dat naar alle waarschijnlijkheid gaat gebeuren.’ Hierdoor kunnen meer evenwichtige afwegingen worden gemaakt ten aanzien van de evacuatie van mensen en dieren. ‘En uiteindelijk kan dat levens redden.’

Experiment

Leskens, die zijn onderzoek deed aan bij de CTW-vakgroep Water Engineering & Management, testte zijn bevindingen in een experiment, waarbij het gebruik van statische kaarten en het interactieve gebruik van het simulatiemodel 3Di met elkaar werden vergeleken. In het eerste geval kozen bestuurders voor integrale oplossingen, zoals het evacueren van invaliden, het waarschuwen van veehouders en het vrijhouden van belangrijke evacuatieroutes. Daarentegen leidde het gebruik van het simulatiemodel tot meer maatwerk, waarbij alleen het bedreigde deelgebied werd geëvacueerd.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.