Hoe is het idee van de ScienceBattle ontstaan?
‘Ik woon het grootste deel van mijn tijd in Berlijn en in Duitsland heb je een concept waar wetenschappers op een korte manier vertellen over hun onderzoek. Ik heb dat zo omgebogen dat het echt een theaterstuk wordt: er wordt gelachen, het is goed te verteren, maar het leert je ook iets.’
Wat houdt de ScienceBattle precies in?
‘Promovendi die meedoen krijgen tien minuten de tijd om te vertellen over hun onderzoek. Dat moeten ze op een begrijpelijke manier doen. Tussendoor presenteer ik een aantal nieuwe wetenschapsfeitjes en na afloop kan het publiek nog vragen stellen.
Het is een wedstrijd waarbij het publiek uiteindelijk bepaalt welke promovendus het beste zijn onderzoek uitlegt. Het gaat echter niet om de wedstrijd, maar om het hebben van een leuke avond waar je nog iets van opsteekt. De winnaar krijgt voornamelijk de eer, maar ook een trofee en een pot met hersenen op sterk water.’
Wie zijn de promovendi?
‘We hebben nu een pool van plusminus 25 promovendi, maar we zijn altijd op zoek naar nieuwe mensen. Zij krijgen van ons eerste training en dan helpen wij om een stuk van tien minuten samen te stellen. Voor theater is dat heel anders dan college geven. Voor de voorstelling in Enschede hebben we ervoor gekozen om promovendi op het gebied van techniek te kiezen, zodat het aanspreekt bij het publiek.
Er doet geen promovendus van de UT mee omdat we die niet hebben in onze pool, maar we zijn altijd op zoek naar nieuwe promovendi. Als er iemand interesse heeft kan die zich melden bij ons!’
De voorstelling gaat door theaters in het hele land, is het anders om dan nu voor een publiek op de universiteit te staan?
‘Ik ben heel benieuwd naar deze voorstelling, ik verwacht dat er vooral ook veel studenten op afkomen. Waarschijnlijk heeft de voorstelling wel een andere toon dan wanneer we in een schouwburg in de provincie staan. Maar we moeten nog merken hoe dat is. Ik verwacht wel dat de vragen na afloop lastiger zijn.
Planten en supercomputers
De promovendi die donderdag spreken in het Amphitheater zijn Sjon Hartman, Marco Derks (beide Universiteit Utrecht), Julia Cramer en Hildo Bijl (beide TU Delft).
Bioloog Hartman onderzoekt hoe planten ‘voelen’ dat ze onder water staan. Derks leest en kijkt voor zijn promotieonderzoek alles over homoseksualiteit en geloof en vertelt over de beelden die mensen krijgen door de media.
Cramer werkt met diamant aan een computer die niet meer te kraken moet zijn, een zogeheten kwantumcomputer. Bijl zoekt naar slimme oplossingen om zoveel mogelijk uit windenergie te halen. Windturbines op zee moeten zo groot mogelijk zijn om zo veel mogelijk energie op te wekken, maar de grenzen worden bereikt: de rotorbladen gaan trillen en kunnen daardoor snel kapot gaan.