Een sportieve grijze Audi staat glimmend in de zon voor de oprit van huize Kroes. De villa, ontworpen door architect Wim Quist, staat midden in de Wassenaarse wijk Rijksdorp, gelegen aan de rand van de stad. ‘Wil je buiten of binnen zitten?’, vraagt Neelie Kroes na binnenkomst. Deze zomerse dag in september nodigt uit voor een gesprek in de tuin. Op het terras vertelt ze dat ze het eredoctoraat van de UT een grote eer vindt. ‘Ik heb zeer veel respect voor de Universiteit Twente. Jullie hebben, voor de troepen uit, gezien dat managen en ondernemen gecombineerd moet worden met het curriculum in alle disciplines. De bestuurders destijds realiseerden zich dat het niet een vanzelfsprekendheid is om louter academici af te leveren, maar dat daar ook een ondernemersaspect bij hoort. Een buitengewoon belangrijk punt en daarin loopt de UT voorop.’
Veel positieve indrukken
Kroes bracht vorig jaar in haar rol als special envoy van StartupDelta enkele bezoeken aan de UT. ‘Ik kreeg veel positieve indrukken. Slechts één negatieve: dat jullie zo bescheiden zijn! Maar, dat is gelukkig aan het veranderen. Jullie komen meer naar buiten met datgeen wat bereikt is. En ik ben onder de indruk van jullie houding. Het is heel Rotterdams: niet kletsen, maar doen.’
Ze vindt dat universiteiten een uiterst belangrijke rol spelen bij innovatie. ‘Jullie zijn de kweekvijver van de generatie die geconfronteerd wordt met immense veranderingen. Door de innovatieve digitale technologie is geen enkel aspect van het menszijn en de samenleving meer hetzelfde. Iedereen krijgt te maken met die ontwikkelingen en dat is veel meer dan een vierde industriële revolutie. Alles gaat op z’n kop.’
Universiteiten hebben volgens haar de taak studenten daarop voor te bereiden. ‘Deels door kennis en kunde, maar ook door de mindset: buiten de lijnen denken, creatief en innovatief zijn.’ Daarnaast liggen er veel kansen voor universiteiten, zegt Kroes. ‘Een academische instelling staat vandaag de dag midden in de samenleving, omdat er zoveel gaande is. De digitale technologische ontwikkelingen beïnvloeden de gezondheidszorg, het klimaat, de economie en cultuur etc. Er zijn veel kansen. Neem robotica, daar liggen heel veel mogelijkheden. De UT grijpt ze aan met een interessante leerstoel en een uitstekende hoogleraar.’
Traject zonder barrières
In de innovatieketen zijn volgens Kroes nog slagen te maken. De weg die de rijke wetenschappelijke kennis vanuit kennisinstellingen aflegt naar de markt kan efficiënter. ‘Door een sneller en transparanter traject zonder barrières voor patent- en auteursrechten te realiseren. En als regio moet je extra aantrekkelijk zijn voor ondernemingen. De universiteit heeft een eigen terrein om dit te faciliteren en accommoderen. Blijf vooral heel alert op wat je nog kunt verbeteren’, geeft ze mee. En ze maakt een punt: ‘In Nederland zijn we van de consensus: een gelijke behandeling voor iedereen. Maar, op wetenschappelijk gebied zijn we daar niet mee gediend. In mijn ogen moet je de guts hebben om iemand of een faculteit die zó goed scoort, anders te behandelen. Dat moet je durven.’
Kroes onderstreept haar standpunt met een anekdote. ‘Ik had eens een gesprek met de nummer één van Google en ik vroeg naar zijn indruk van Nederland en welke mogelijkheden hij zag. Zijn stelling was dat Nederland heel veel talent heeft, dat de universiteiten allemaal goed zijn, maar dat niemand excellent is. Niemand is Harvard, Stanford of MIT.’ Ze vervolgt: ‘Universiteiten moeten excellentie durven te belonen. Maar dat is niet Nederlands.’ Ze vindt daarom dat kennisinstellingen lef moeten tonen om onderscheidend te zijn ten aanzien van ons huidige consensussysteem. ‘Als je een center of excellence binnen je universiteit creëert en daar de herkenning en erkenning voor geeft, ontstaat er een vliegwiel. Je krijgt een ambiance waarmee je buitenlandse tophoogleraren en (potentiële) Nobelprijswinnaars aan je kunt binden. En dan volgt later ook de interesse vanuit de industrie, waardoor je wetenschappelijke kennis nog meer inzet voor de kenniseconomie.’
Lopend naar voorstellingen
Tijd voor een kop koffie. Terwijl op de achtergrond zachtjes het geluid klinkt van bonen die in de machine worden gemalen, is de tuin met zijn riante vijver en vrij uitzicht een oase van rust. Hoe lang Kroes er nog blijft wonen, is de vraag; het huis staat te koop. ‘Ik wil toch in de stad gaan wonen. Dit is een heerlijk en prachtig paradijs, maar naarmate je ouder wordt -en ik kan niet ontkennen dat ik dat word- is het ook wel lekker om in de stad te wonen en lopend naar voorstellingen te gaan.’ Ze vervolgt: ‘Ik heb geluk met mijn gezondheid en zo lang het goed gaat, ben ik een gezegend mens. Ik ben geen golfer en reizen doe ik genoeg voor mijn werk.’ Kroes werkt daarom liever aan enkele opdrachten, zoals ze het zelf noemt. Eén missie is het opnemen van coderen in het basisschoolcurriculum. ‘Absoluut’, zegt ze beslist. ‘Lezen, schrijven en coderen. Het is zó ingebakken dat meisjes alfa zijn en jongens bèta.’ Eeuwig zonde, vindt ze. ‘Ik zie het bij mijn eigen kleindochter. Ze kreeg op haar zesde coderen op school. Ik vroeg: ‘Wat vind je het leukste vak?’ ‘Coderen’ was het antwoord. Het is net zoals met lezen, als ze het eenmaal kunnen, zijn ze er niet meer bij weg te houden.’
Gelijke kansen
‘We hebben met StartupDelta een enorme strijd geleverd om coderen in het curriculum te krijgen. Ik geloof er namelijk heilig in dat iedereen gelijke kansen moet krijgen. Als een kind thuis niet in aanraking komt met digitale ontwikkelingen, moet dat kind niet op een achterstand komen op school. En misschien moeten we coderen niet toevoegen aan de bestaande lesstof, maar moeten we met een blanco blad beginnen: wat is belangrijk voor morgen? En wat heeft een kind nodig om overeind te blijven én om bij te dragen?’
Of ze tijdens die gesprekken veel invloed heeft…., zelf vindt ze van niet. Ze is wel in de positie om aandacht te vragen voor bepaalde zaken. ‘Maar uiteindelijk moet er draagvlak zijn en kun je door het te bewijzen of door een beweging op gang te brengen een verandering teweeg brengen.’ Dat wil ze ook voor de positie van vrouwen. ‘Ik wil heel graag bereiken dat die gelijkwaardig wordt en dat vrouwen kansen pakken.’ Een anekdote: ‘Op mijn laatste dag als commissaris bracht ik een bezoek aan Rome. Ik wilde graag de vrouw ontmoeten die meedeed aan een robotiseringsproject met de universiteit van Turijn. Dat lukte. Die mevrouw was negentig! Zij woonde nog op zichzelf en er was een robot in huis. Ik vroeg naar haar leven. Ze vertelde dat ze op haar zeventiende was getrouwd en dat haar man het niet goed vond dat ze onderwijs genoot en ging reizen. Ze volgde haar man, maar vond het wel heel jammer. Ze zei: ‘’Toen ik 72 was, overleed hij. Dat was mijn D-day. Ik ging naar school, volgde een universitaire opleiding, schreef boeken en ging reizen.’’ De lering van dit verhaal is dat je nooit te oud bent om een droom te verwezenlijken. Zij moest tot haar 72 wachten om haar droom te laten uitkomen.’
Kroes is nog steeds bezig met het najagen van haar dromen. ‘We worden allemaal ouder en dat biedt allerlei mogelijkheden. Maar je moet je afvragen wat je wanneer nog wilt doen. Als ik achterom kijk, zou ik zelf niet veel anders doen. Maar helaas, voor sommige missies lijk je het eeuwige leven te moeten hebben.’