CTW-decaan Geert Dewulf noemt het een faculteitsbreed besluit in het kader van internationalisering: de vaste wetenschappelijke staf neemt in overleg een deel onderzoekstijd ‘geconcentreerd’ op, om daarmee tijd in te ruimen voor een sabbatical in het buitenland. ‘We hebben besloten dat dit belangrijk is voor de ontwikkeling en het carrièreperspectief van onze staf. Het is nu onderdeel van de jaargesprekken die leidinggevenden voeren.’
Avontuur
Geke Ludden, universitair docent Interaction Design, is inmiddels drie weken in Sydney. ‘Het gaat hier goed!’, lacht ze. ‘Mijn man heeft ouderschapsverlof op kunnen nemen en onze kinderen van 6 en 9 gaan hier nu naar school. Zelf heb ik hier een honorary appointment bij de groep van professor Elise van den Hoven, die mij graag wilde ontvangen deze periode.’
Ze zegt meteen enthousiast te zijn geweest over het CTW-brede internationaliseringsinitiatief. ‘Ik heb direct geprobeerd deze sabbatical te organiseren. Maar het is niet zomaar iets. Ik vond het belangrijk mijn gezin mee te nemen, maar het moet wel kunnen. En je moet met z’n allen zin hebben in zo’n avontuur. De kinderen vonden het idee eerst verschrikkelijk, wenden langzamerhand aan het idee en hebben het nu ontzettend naar hun zin. Het Engels gaat ze ook goed af.’
Plannen en collegiaal oplossen
Zo’n initiatief vergt ook binnen de faculteit veel planning, zegt Dewulf. ‘Het moet passen in het totale plan, zeker binnen het departement waarin iemand werkt.’ Hij vervolgt: ‘Ook hier hebben we te maken met hoge werkdruk. Dat vraagt om collegiale oplossingen, maar ook heel goed plannen. Als je nu al weet dat je in 2018 een tijd weggaat, kun je zo’n periode in het buitenland goed inplannen.’ Zo heeft Ludden in overleg met collega’s een mastervak dat ze normaliter in het eerste kwartiel geeft kunnen verschuiven naar het derde kwartiel.
Dewulf hoopt dan ook dat er binnen zijn faculteit een cultuur gaat ontstaan waarin personeel zelf met initiatieven komt. ‘We willen het zo goed mogelijk faciliteren. Ik zie allerlei win-winsituaties, idealiter met partneruniversiteiten. Primair is zoiets bedoeld voor persoonlijke ontwikkeling, maar het is ook goed voor de UT. Je bouwt zo een netwerk op van ambassadeurs.’
Honoursprogramma
Dat bevestigt Ludden. ‘Voor mij persoonlijk en voor mijn onderzoek is het interessant en voor CTW is het goed om de banden hier te verstevigen. Ik zou het dan ook iedereen aanraden erover na te denken en zoiets proberen te plannen. Ik denk dat het je heel veel oplevert en het is een heel goed moment om even afstand te nemen en te reflecteren op wat je doet.’
Ludden is nog vijf weken in Sydney, waarna ze samen met haar gezin doorgaat naar Tasmanië, waar ze een conferentie bezoekt. In de tussentijd zegt ze genoeg inspiratie op te doen. ‘Bijvoorbeeld op onderwijsgebied. Iemand vertelde me over een honoursprogramma, gericht op alle disciplines, waarin twee weken summerschool en twee weken winterschool zijn opgenomen.’
‘Geen snoepreisje’
Financieel is het een middenweg vinden, zeggen Dewulf en Ludden. ‘We investeren ook als gezin’, zegt Ludden. Dewulf voegt toe: ‘Primair moet iemand een beurs aanvragen, want het is nadrukkelijk geen snoepreisje. Zolang het redelijk is, kijken we hoe we zo’n sabbatical kunnen faciliteren. Mensen op cursus laten gaan past bij goed werkgeverschap. Dit is groter, maar ik vind het er ook zeker bij passen.’
Dewulf zegt dat over een initiatief voor ondersteunend personeel wordt nagedacht. ‘Voor de persoonlijke ontwikkeling en het internationaliseringsbeleid is dit wenselijk maar er zal een oplossing moeten komen om dit in het operationele proces mogelijk te maken.’