Hoe gaat dat precies in z’n werk? Wat is het precies dat studenten willen van een universiteit? In andere woorden, als studenten langs een winkelrek met onderwijsinstanties zouden lopen, welk product stoppen ze dan in hun winkelmandje en waarom? Wanneer de tijd is aangebroken om rond te shoppen voor een universiteit, wordt al snel duidelijk dat de opties bijna oneindig zijn. En hoe maak je dan een keuze? We vroegen het een aantal UT-studenten: wat zijn de zaken die je in overweging neemt bij het kiezen van een onderwijsinstantie?
Goed curriculum, hoge ranking
Zeker als je in het buitenland wilt studeren, is informatie ‘op papier’, zoals het curriculum en de ranking van een universiteit belangrijk. ‘De belangrijkste aspecten waar ik naar gekeken heb toen ik een universiteit koos waren het curriculum, de inhoud van de colleges en de grootte van de klassen. Ik wilde studeren aan een instantie waar ik op academisch niveau kon groeien’, aldus Pedro Arias, een UT-student uit Mexico.
‘De kwaliteit van het onderwijs en het curriculum waren voor mij de doorslaggevende factoren’, vindt ook Karima Ammar uit België. ‘Ik wilde een universiteit die internationaal erkend wordt, dus heb ik ook naar rankings gekeken.’
De juiste sfeer
Hoewel de inhoud en de kwaliteit voor velen de belangrijkste factor is bij de keuze voor een universiteit, zijn er ook studenten voor wie dat minder belangrijk is. ‘Toen ik mijn bacheloropleiding koos, heb ik het curriculum niet bijzonder grondig bestudeerd’, vertelt Ivan Remijn. ‘Ik heb over verschillende technische universiteiten nagedacht, maar ik heb voor de UT gekozen nadat ik de campus gezien had en zag hoe mensen hier met elkaar omgaan. Je bent hier geen nummer. De professoren kennen je. De docenten die ik hier ontmoette waren heel relaxed en sociaal, en dat is iets wat ik op andere universiteiten niet zag. De sfeer hier sprak me aan, en de beslissing was dan ook vrij instinctief.’
CreaTe-student Heleen Kok had een soortgelijke ervaring: ‘Ik heb mijn keuze vooral gebaseerd op mijn gevoel. Ik wist direct dat de UT de universiteit voor mij was’, zo omschrijft ze haar eerste bezoek aan de campus. ‘Ik denk niet dat ik een universiteit zou kiezen die ik niet eerst met eigen ogen zou kunnen zien. Het is belangrijk om te weten hoe je je voelt bij een onderwijsinstantie, want uiteindelijk is het studentenleven meer dan alleen je studie.’
Extra curriculaire activiteiten
Het is inderdaad zo dat het universiteitsleven om meer draait dan alleen onderwijs, en toekomstige studenten weten dat. ‘Ik had geen idee wat ik precies kon verwachten van de opleiding, maar wist wel wat ik wilde wat betreft mijn sociale leven – Ik wilde de mogelijkheid hebben om me bij een studentenvereniging aan te sluiten’, glimlacht Heleen Kok. ‘Naast onderwijs moet een universiteit me de ruimte geven voor mijn ambities. Een plek waar ik kan groeien en actief kan zijn. Verenigingen, de mogelijkheid om in het buitenland te studeren en de Student Union spelen daar een belangrijke rol in.’
Kok is zeker niet de enige die daar zo over denkt. ‘Ik wilde een universiteit met een echt studentenleven, dus werd ik ook erg aangetrokken door de verschillende verenigingen en al het andere dat de campus te bieden heeft’, aldus Karima Ammar. Pedro Arias is het met haar eens: ‘De verenigingen maken het makkelijk om betrokken te raken. Ik heb ook mogelijkheden nodig om ervaringen op te doen buiten de universiteit.’
Goede reclame
Potentiële studenten zijn zich er terdege van bewust dat universiteiten vechten om hun aandacht en sommige van hen waarderen goede marketing: ‘Ik zie dat universiteiten met elkaar concurreren om studenten aan te trekken, en die competitiezucht vind ik belangrijk. Ik wil namelijk een competitieve instantie met een goed verhaal. Succesverhalen over mensen die binnen de universiteit mooie dingen bereiken. Dat trekt me aan’, vertelt Ivan Remijn.
Anderen geven de voorkeur aan een iets andere aanpak. ‘De evenementen waar je contact kunt hebben met echte studenten die je over hun ervaringen kunnen vertellen, die maken voor mij het verschil. Want de studenten vertellen je hoe de vork echt in de steel zit, terwijl anderen je alleen de universiteit proberen te verkopen’, legt Heleen Kok uit.
Locatie & accommodatie
Alle geïnterviewde studenten gaven aan dat de precieze locatie en de accommodatie mogelijkheden van de universiteit niet van invloed waren op hun beslissing. ‘De locatie van een onderwijsinstantie is niet relevant voor mij of andere internationale studenten. We reizen in sommige gevallen namelijk hoe dan ook duizenden kilometers’, vertelt Pedro Arias. Aan de andere kant waren alle geïnterviewde studenten het er wel over eens dat ze liever een universiteit met een campus hebben dan eentje die gesitueerd is in een stad.
Waar het op accommodatie aankomt lijken de studenten verzekerd dat ze woonruimte kunnen vinden zonder hulp van de universiteit. ‘Geen vooraf geregelde kamer zou een obstakel kunnen zijn, maar het is voor mij geen deal breaker’, aldus Arias. Karima Ammar zegt hetzelfde: ‘Ik heb van tevoren helemaal niet over woonruimte nagedacht. Ik wist dat ik dat zelf wel kon regelen.’
Andere criteria die voor de geïnterviewden een rol speelden waren:
- De internationale atmosfeer van de universiteit
- De mogelijkheid om een studie in het Engels te volgen
- De betaalbaarheid
Als de klant koning is, hoe kan de UT dan zo klantvriendelijk mogelijk zijn? Vier UT’ers vanuit verschillende lagen binnen de organisatie geven hier hun visie op.
Victor van der Chijs, collegevoorzitter UT: ‘We moeten competitief genoeg zijn’
‘Zowel voor Nederlandse als internationale studenten geldt: het begint bij het aanbieden van kwalitatief hoog onderwijs en onderzoek. Voor een internationale student is dat waarschijnlijk nog net iets belangrijker. Die kijkt er bijvoorbeeld sterker naar factoren als het aanbod van Engelstalig onderwijs, wat de kwaliteit van catering is en hoe open de Nederlandse cultuur is. In het verleden vond men dat een student dankbaar moest zijn om aan deze universiteit te mogen studeren. Nu zijn we in een wereldwijde strijd verwikkeld om de juiste studenten aan ons te binden. Wij moeten competitief genoeg zijn. Voor iedere student willen we kleinschalig en intensief onderwijs bieden, met veel contacturen. Dat onderscheidt ons. Het is ook geen geheim dat ik erg voorstander ben van studenten opleiden in een internationale omgeving. Noodzakelijk volgens mij, omdat dat het werkveld is waar ze uiteindelijk in terecht zullen komen. Daarnaast is een internationale classroom enorm verrijkend. Verschillende achtergronden zorgen voor een opener blik en nieuwe inzichten. En we willen studenten de mogelijkheid geven internationale ervaring op te doen, zoals een stage in het buitenland. Een van mijn taken is om samenwerkingen op te zetten met de juiste strategische partners. Ik denk dat we goed op weg zijn om de UT zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Als ik student zou zijn, had ik het wel geweten.’
Inge Boomkamp, programmamanager internationalisering: ‘Wees aardig en transparant.’
‘Wat studenten van ons verwachten, begint met een snel antwoord nadat ze zich hebben ingeschreven. Want soms schrijven ze zich tegelijkertijd bij zes tot tien universiteiten in. Een antwoord binnen twee weken – een week administratieve, een week academische toetsing – is nu de norm, maar die wordt lang niet door alle opleidingen gehaald. We zijn bezig om de hele keten zo efficiënt mogelijk in te richten, terwijl de kwaliteit van een aanmelding gehandhaafd blijft. Door dit zo actief op te pakken, hopen we dat iedereen inziet hoe belangrijk dit is.
Een ander belangrijk proces zit in de marketing. We gaan gerichter inzetten op doelgroepen. Soms weet je vrij snel dat je een goede match hebt met iemand. Andere momenten zit een potentiële student nog heel vroeg in het keuzeproces. Informatie aanbieden die past in de fase waarin de student zich bevindt. Je moet de manier van benaderen afstemmen op je doelgroep. Mijn vertaling van dit alles is: wees klantvriendelijk; aardig en transparant. Vooral de stappen die een student moet zetten voordat ‘ie op de stoep staat moeten logisch zijn. Ik pleit dan ook voor een transparant stappenplan, voor student en universiteit. Zo weet je wat je aan elkaar hebt. Het doel is niet om zo veel mogelijk studenten binnen te halen, maar zo veel mogelijk studenten die passen bij de UT.’
Gert Brinkman, studieadviseur communicatiewetenschap: ‘Goed uitkijken wat de noodzaak is.’
‘Vraag mensen direct op de persoon af wat internationalisering inhoudt en ze moeten je vaak een concreet antwoord schuldig blijven. Er heerst een sterk gevoel dat het iets goeds is, een wagen die nu eenmaal rijdt en waar je aan boord moet springen. Ik zou haast zeggen dat het neigt naar populisme. Voor wie het uiteindelijk goed is? Hoeveel procent van de studenten zal uiteindelijk internationaal te werk gaan? Dat zou onderzocht moeten worden, misschien zelfs wel heel simpel via LinkedIn. Aan de grondslag van de gewetensvraag waarom we internationaliseren, ligt de beweging van dertien Nederlandse universiteiten die allemaal volume willen kweken in een krimpende demografie. Je moet goed uitkijken wat de noodzaak is, zeker voor studenten. Bij communicatiewetenschap vinden studenten in toenemende mate vaardigheden belangrijk. Daarin moet je ze ook zo goed mogelijk bedienen – ongeacht waar ze uiteindelijk terechtkomen, wat nu bijvoorbeeld in positieve zin gebeurt via projectgedreven onderwijs. Veel draait gewoonweg om geld. Voor iedere laag – van bestuurders, faculteiten, opleidingen, docenten tot studenten – geldt dat je afhankelijk bent van de beweegredenen van een laag ergens erboven. We mogen allemaal dansen zolang de muziek draait. De vraag rest nu wie het morele kompas in handen heeft.’
Jasper ten Napel, Student Union-portefeuillehouder internationalisering: ‘Huisvesting zware kluif’
‘Twee aspecten zijn voor mij erg belangrijk voor internationale studenten, de Kick-In en huisvesting. De Kick-In is de eerste echte indruk van het studentenleven hier, het moet een warm welkom zijn voor iedereen. Ja, ik vond het erg goed gaan dit jaar, studenten werden niet buitengesloten. Huisvesting is echter een zwaardere kluif. Coöptatie zorgt voor hechte huizen, maar ik weet dat internationale studenten vaak een veel kleinere kans hebben dan Nederlandse studenten op een kamer. Je kunt het van twee kanten zien: een gezellig en hecht huis brengt verwachtingen met zich mee. De vraag is of Nederlandse studenten zitten te wachten op een internationale student die zich van die gezelligheid afsluit. Een internationale student kan zich afvragen of die sfeer bij hem of haar past. Maar ik vind het wel belangrijk dat deuren niet per definitie dicht blijven voor hen en ik hoop dan ook op verbetering. Want veel ruimte is er nu nog niet op de campus. Binnen sport-, studie- en cultuurverenigingen zie ik steeds meer actieve internationale studenten. Dat willen we vanuit de Student Union ook aanmoedigen, om ze meer te betrekken in bijvoorbeeld commissies. Persoonlijk hoop ik ook dat alles niet meer zo zwart-wit, als nationaal-internationaal, wordt gezien. Integratie werkt beide kanten op. Ik zie het gebeuren, maar heb het gevoel dat het nog niet snel genoeg gaat.’
Dit coververhaal verscheen in het decembernummer van UT Nieuws Magazine.