Senior Process Engineer Tom Aarnink is sinds 1996 betrokken bij het Vietnamese instituut. Hij bouwde er onder meer, samen met andere technici van de UT en de UvA, de eerste ‘cleanroom’ van Vietnam en verzorgt met enige regelmaat practica voor studenten. ‘Ik ben in de eerste instantie betrokken geraakt bij ITIMS vanuit een Nuffic (Netherlands Universities Foundation for International Cooperation) project onder leiding van Dr. J. Holleman. In een later stadium werden mijn missies financieel ondersteund door het Komitee voor Wetenschap en Techniek (KTW) dat in 1971 werd opgericht door een aantal Nederlandse studenten en wetenschappers. Het KTW had als doel de, toen nog, Noord-Vietnamese regering te ondersteunen. Na de Vietnamoorlog bleef het KTW in samenwerking met de Nederlandse overheid hulp bieden bij de wederopbouw van het land. ITIMS is één van de projecten die uit die hulp is voortgevloeid.’
Metamorfose
In de twintig jaar dat de UT’er bij het ITIMS betrokken is, heeft hij veel zien veranderen. ‘Toen ik in 1996 aankwam in Hanoi schrok ik wel even. Het gebouw waar de cleanroom moest komen was niet meer dan een betonnen skelet. De bouwvakkers sliepen in het gebouw zelf en een paar mensen hadden de hokjes waar de gasflessen moesten komen voor toilet aangezien.’
Inmiddels is er veel gebeurd en is het hele gebouw onherkenbaar veranderd, en uiteindelijk lukte het Aarnink om een mooie cleanroom neer te zetten. Veel van de apparatuur is overigens afkomstig van de UT. ‘Geschikte apparatuur die hier wordt vervangen, maar in principe nog in prima staat verkeert, stoppen we in een grote zeecontainer en die verschepen we vervolgens naar Vietnam’, aldus Aarnink. Hetzelfde geldt voor een deel van het meubilair. ‘Toen de verlichting in het Hogenkamp vervangen werd, hebben we de oude lampen naar Hanoi gestuurd. Want weggooien is ook zonde.’
Van aannemer naar onderwijzer en consulent
Naast het bouwen van de cleanroom, heeft de UT’er nog een andere belangrijke functie voor het ITIMS. Met enige regelmaat reist hij af naar Hanoi om practica aan studenten te geven. ‘Het onderwijsprogramma is voor een deel aan de UT ontwikkeld, dus de Twentse invloed beperkt zich niet alleen tot materiaal’, vertelt Aarnink. ‘Inmiddels heb ik meer dan driehonderd studenten door de practica geloodst.’ Tegenwoordig wordt hem ook regelmatig door andere Vietnamese universiteiten om advies gevraagd. ‘Het werkt een beetje als een olievlek. De kennis verspreidt zich.’
De binding met de studenten en het land is groot. ‘Je wordt een soort familie. Ik heb huwelijken en sterfgevallen meegemaakt. Een van mijn voormalig studenten heeft zelfs een van zijn kinderen naar mij vernoemd. Ik heb Vietnam zelf ook goed leren kennen. Ik ken de weg in Hanoi beter dan in Hengelo.’
Onderscheiding
De onderscheiding die Aarnink krijgt is prestigieus. ‘Ik krijg hem uit handen van de Vietnamese minister van Onderwijs, en buitenlanders worden überhaupt bijna niet onderscheiden in Vietnam.’
Wanneer Aarnink het eerbewijs krijgt uitgereikt is nog niet duidelijk. ‘Waarschijnlijk wordt dat de eerstvolgende keer dat ik naar Vietnam ga om practica te geven, en daar staat nog geen datum voor vast.’