Waarom stuurt het rectorencollege juist nu deze open brief?
Palstra: ‘We hadden wellicht eerder een statement kunnen maken, maar we voelen ons genoodzaakt om onze zorgen te uiten over maatschappelijke ontwikkelingen die de vrije wetenschap bedreigen. De vrijheid zoals we die de afgelopen tientallen jaren kennen, wordt steeds meer bedreigd. In Iran is een hoogleraar van de Vrije Universiteit Brussel ter dood veroordeeld en in Turkije worden wetenschappers beperkt in hun vrijheid.’
‘Zelfs in de Verenigde Staten, tot voor kort hét voorbeeld van open wetenschap, zie je die inperking. Het rectorencollege neemt niet lichtvaardig een maatschappelijke standpunt in, maar nu voelen we ons genoodzaakt om onze zorgen te uiten over deze ontwikkelingen.’
Hoe treft dit de UT?
‘Natuurlijk is het belang van vrije wetenschap groter dan de UT alleen. De academische wereld is internationaal. Dat geldt ook voor onze studenten en onderzoekers, zij reizen naar conferenties en doen internationaal onderzoek. Of ze willen hun familie bezoeken in landen waar dat tegenwoordig niet meer veilig is. Ik wil dat zij zich gesteund voelen. Zij zouden niet in angst over hun schouder hoeven te kijken, maar zich vrij voelen om zich te kunnen ontplooien.’
Er wordt ook getwijfeld aan de onafhankelijkheid van de wetenschap. Zo werd vorige week dinsdag in de Tweede Kamer een motie aangenomen: de wetenschap moet onderzoek doen naar zelfcensuur en de ‘beperking van diversiteit van perspectieven’.
‘We zien twee maatschappelijke tendensen. Het meest zichtbaar is het opleggen van de doodstraf, het sluiten van universiteiten en het ontslaan van wetenschappers omdat ze een ‘vijand van de staat’ zouden zijn. Maar impliciet zie je ook dat wetenschap in diskrediet wordt gebracht; klimaatsceptici ontkennen feiten, mensen twijfelen over vaccinaties en zelfs condoomgebruik wordt in verband gebracht met aids. Dit zonder enig wetenschappelijk inzicht. Onze brief is ook een waarschuwing tegen deze ontwikkeling. De wetenschap houdt zich bezig met het boven water halen van feiten. Dat kan alleen in openheid en zonder enige beperking van vrijheid en debat.’