De studieschulden bedroegen in 2012 nog twaalf miljard euro en daar komt jaarlijks meer dan een miljard bij. Wat vindt de minister van dit oplopende bedrag, wil CDA-Kamerlid Michel Rog weten.
Lijn der verwachting
Het lag in lijn der verwachting, antwoordt ze. Het aantal studenten en oud-studenten neemt immers toe. Ook lenen studenten meer sinds ze vanaf 2015 geen basisbeurs meer krijgen. Dan loopt het bedrag inderdaad op.
Over hoeveel de schuld is toegenomen door de invoering van het leenstelsel, kan de minister niets zeggen. ‘De gemiddelde studieschuld van studenten die onder het studievoorschot vallen is nog relatief laag omdat deze groep nog maar kort studeert’, antwoordt ze op de vragen.
Aflosquotum
De overheid heeft een zogenoemd ‘aflosquotum’ vastgesteld van ruim 86 procent: het deel van de totale schuld dat (oud-)studenten naar verwachting zullen aflossen. Maar hoe hoger de individuele schuld, hoe lastiger het is deze terug te betalen, stelt Rog. Moet dat percentage niet wat naar beneden worden bijgesteld?
Nee, zegt de minister. ‘Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de gemiddelde studieschuld en daarmee het aflosquotum zal afwijken van eerdere inschattingen.’
In mei worden nieuwe cijfers over het leengedrag van studenten bekend en zal de minister de Kamer informeren. Ook over de sociaaleconomische achtergrond van lenende studenten hoopt ze dan meer duidelijkheid te kunnen geven.