Het is de VVD, maar ook het CDA en de ChristenUnie, een doorn in het oog dat de technische universiteiten studentenstops moeten invoeren omdat ze het groeiende aantal studenten niet aankunnen. Ze hebben minister Bussemaker al een paar keer gevraagd om meer geld te geven aan opleidingen waaraan de arbeidsmarkt grote behoefte zou hebben.
De inmiddels demissionaire minister heeft al vaker laten weten dat ze daar geen reden voor ziet en dat een tijdelijke studentenstop bij de TU’s helemaal niet zo erg is. Zo konden volgens haar maar 91 studenten in september niet aan de technische opleiding van hun eerste voorkeur beginnen.
VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg kwam afgelopen vrijdag met een nieuw voorstel. Bij BNR Nieuwsradio stelde hij voor om een deel van de miljoenenopbrengst van het afschaffen van de basisbeurs van studenten te reserveren voor de technische universiteiten.
Absurd
Voorzitter Jarmo Berkhout van de Landelijke Studentenvakbond vindt dat ‘te gek voor woorden’. Volgens hem moeten er oplossingen komen voor de capaciteitsproblemen bij de TU’s, maar niet over de rug van studenten.
‘De VVD wil de TU’s geld geven dat voor alle studenten bedoeld is. De universiteiten en hogescholen doen als het goed is al ‘voorinvesteringen’ om het onderwijs te verbeteren. Daarmee lopen ze vooruit op de opbrengsten van het leenstelsel die hun zijn toegezegd. Op deze manier komt de overheid haar afspraken niet na en kun je geen beleid maken. Dit is absurd.’
Universiteitenvereniging VSNU is evenmin blij met het voorstel van Duisenberg. ‘Ja, er zijn capaciteitsproblemen bij de technische universiteiten en die moeten met extra investeringen worden opgelost. Maar dat moet niet gebeuren met geld dat door alle studenten is opgebracht. Er is afgesproken dat dat geld gebruikt wordt voor de verbetering van het onderwijs aan alle studenten.’
‘De politiek mag niet terugkomen op eerder gemaakte afspraken’, zegt ook de woordvoerder van de Vereniging Hogescholen. ‘Die luiden dat de opbrengst van het leenstelsel bedoeld is voor alle studenten en dat de voorinvesteringen van hogescholen en universiteiten worden voortgezet.’
Bedrijfsleven
Het ministerie houdt het bij een schriftelijke reactie: ‘Over de opbrengsten van het studievoorschot zijn afspraken gemaakt met de instellingen – óók de TU's – en met studenten. Álle studenten moeten ervan profiteren, niet alleen de studenten aan de TU's. Het is nu aan de universiteiten om gezamenlijk een plan te maken voor de knelpunten die zij ervaren.’
‘En het is aan het bedrijfsleven om ervoor te zorgen dat de techniek een aantrekkelijker sector wordt om in te (blijven) werken, want het is nog steeds zo dat veel studenten techniek uiteindelijk in een niet-technische baan of het buitenland terechtkomen.’