Net als haar voorganger Jet Bussemaker vindt minister Van Engelshoven dat bedrijven wel luid klagen over het tekort aan technici, maar dat ze zelf weinig doen om het op te lossen.
In een overleg met de Tweede Kamer verwees ze zojuist naar het in 2013 gesloten Techniekpact, waarin onderwijsinstellingen en bedrijfsleven hebben afgesproken hoe ze het tekort aan technici kunnen oplossen. Dat techniekpact heeft er volgens haar weliswaar mede toe geleid dat meer studenten kiezen voor techniek, maar ze is ook kritisch op de bedrijven.
Leaner
‘Het is een persoonlijke zorg van mij dat het techniekpact wel erg veel opgetuigd blijft in het bestuurlijke praatcircuit. Ik had daar zelf als Haags wethouder veel last van. Volgens mij kan het leaner en meaner.’
D66-Kamerlid Paul Van Meenen is blij met de kritische houding van de minister. ‘Ik had het zelf niet zo durven zeggen.’ Hij vraagt zich af of de grotere instroom in techniekstudies wel toe te schrijven valt aan het Techniekpact en of al het geld dat er naartoe is gegaan daaraan heeft bijgedragen. En als dat zo is, stelt hij, ‘moeten we dan nu niet zeggen, missie volbracht en nu de beschikbare middelen inzetten waar de nood het hoogst is, bijvoorbeeld in Twente?’
Daarmee doelde hij op de Universiteit Twente, de vierde TU die aankondigde dat ze haar groei wil afremmen om te voorkomen dat de kwaliteit van het onderwijs er onder lijdt.
Van Engelshoven is het met hem eens: ‘Laten we kritisch kijken of de onderwijsmiddelen wel terechtkomen waar ze het hardste nodig zijn.’ Bij een bezoek aan het Techniek College Rotterdam deze week had ze bijvoorbeeld gehoord dat maar een aantal bedrijven meebetaalt aan de nieuwste apparatuur. ‘Ik hoor het bedrijfsleven hier veel roepen dat de nood hoog is en dan denk ik van ja, put your money where your mouth is. Daar is nog wel een slagje te maken.’