De Britten willen zich ‘inzetten voor verregaande samenwerking met de EU op het gebied van wetenschap en innovatie, zodat de uitwisseling van ideeën en onderzoekers mogelijk blijft’, aldus May vanmiddag in haar langverwachte toespraak over de Brexit. Hetzelfde geldt voor onderwijs- en cultuurprogramma’s als Erasmus+, al noemt ze die niet bij naam.
Britse studenten en onderzoekers vreesden aanvankelijk dat ze na de Brexit zouden worden uitgesloten van uitwisselingsprogramma’s en Europese onderzoeksbeurzen en -subsidies. Maar in het voorlopige akkoord tussen de EU en het VK uit december stond al dat Britse studenten dezelfde rechten krijgen als studenten uit EU-landen, onder meer op het gebied van gezondheidszorg en (hoger) onderwijs.
Ook de Nederlandse minister-president Mark Rutte hield vrijdag een toespraak over de toekomst van de EU, maar hij ging nauwelijks in op onderzoek, onderwijs of innovatie. Hij wil nog steeds dat de EU minder geld gaat uitgeven.
‘We hebben onze mond vol over nieuwe prioriteiten voor de EU: duurzaamheid, klimaat, veiligheid, migratie, innovatie. Maar laten we ook reëel blijven: 70 procent van de uitgaven van de Unie gaat naar landbouw en structuurfondsen. Een onsje minder op deze onderdelen biedt ruimte voor onze nieuwe prioriteiten. We moeten scherpe keuzes maken en boter bij de vis leveren’, aldus Rutte.