Vooral masteropleidingen houden zich niet altijd aan de regels die het doorberekenen van selectiekosten verbieden. Ze laten aankomende studenten bijvoorbeeld dure taaltests afleggen om te kunnen bepalen of ze het Engels voldoende machtig zijn. De kosten kunnen oplopen tot wel tweehonderd euro.
Respijt
Het is de politiek al langer een doorn in het oog. Toenmalig minister Bussemaker bepaalde in 2016 al dat opleidingen geen selectiekosten meer in rekening mogen brengen en veranderde de wet. Maar niet elke opleiding houdt zich daaraan.
In maart sommeerde de Tweede Kamer minister Van Engelshoven om hier definitief een einde aan te maken. In een brief aan de Kamer schrijft ze vandaag hoe ze dat gaat doen.
De instellingen krijgen nog een jaar respijt, maar daarna wordt er gehandhaafd. Voor studenten moeten er dan meerdere gratis routes zijn om aan de toelatingseisen van opleidingen te voldoen. De universiteiten willen studenten bijvoorbeeld al in de bachelorfase de mogelijkheid geven om hun Engels op het gewenste niveau te brengen, zodat een externe test niet meer nodig is.
Geen oplossing
Voor studenten die pas aan het einde van hun bachelor besluiten welke master ze gaan volgen, is dat echter geen oplossing en ook buitenlanders vallen buiten de boot. Van Engelshoven lijkt er vertrouwen in te hebben dat de universiteiten ook voor deze groepen een oplossing verzinnen.
Maar universiteitenvereniging VSNU stelt in een reactie dat de gestandaardiseerde toetsen in sommige gevallen nodig zullen blijven. De toegankelijkheid van het onderwijs zou in gevaar komen als instellingen straks alleen nog maar studenten aannemen met een Engelstalig bachelordiploma. Zeker voor buitenlandse studenten willen ze de toetsen handhaven. Minister Van Engelshoven heeft daar begrip voor en onderzoekt of het mogelijk is om voor buitenlandse studenten andere regels te laten gelden dan voor Nederlanders.
Wel oké
In sommige gevallen vindt de minister het overigens wél gerechtvaardigd als de student de selectiekosten betaalt: denk aan een Verklaring omtrent gedrag voor aankomende leraren, een sportmedisch advies bij sportopleidingen en de kosten van een colloquium doctum. Ook vindt de minister het redelijk dat aan studenten met een buitenlands diploma een bijdrage betalen als niet duidelijk is of hun vooropleiding voldoet. Daarmee wordt ook tegengegaan dat ze zich bij allerlei opleidingen tegelijk inschrijven.