‘We moeten radicaler kiezen voor de beroepen van de toekomst’, zei de liberale fractievoorzitter Klaas Dijkhoff gisteren in de Tweede Kamer. ‘Dat is natuurlijk een spanningsveld, want de keuze om te kunnen studeren wat je wil, is inderdaad een groot goed.’
Volgens hem heeft het ‘niet zo veel zin’ om een opleiding te volgen die weinig kans biedt op werk, ‘of om vaardigheden aan te leren waar je nog maar tien jaar mee vooruit kan in plaats van vaardigheden aan te leren waar we naar verwachting nog decennia mee vooruit kunnen’.
Vrijheid
Zonder het met zoveel woorden te zeggen suggereerde hij dus dat sommige opleidingen duurder moeten worden en andere goedkoper. Hij kreeg er weinig kritiek op. Alleen SP-fractieleider Lilian Marijnissen begon erover dat het door de stijgende studiekosten voor veel mensen nu al moeilijk is om de opleiding te kiezen die ze graag willen doen. ‘Over vrijheid gesproken.’
Ze wreef hem ook onder de neus dat de jongeren uit zijn eigen VVD-achterban zich tegen de stijgende rente op studieschulden hebben gekeerd. ‘Is het niet wrang dat juist in deze tijd, waarin het volgens u niet op kan met de economische groei en waarin het beter gaat dan ooit, de studenten, ook uw eigen jongerenachterban, zich moeten keren tegen het nog duurder worden van studeren?’
Wrang
Dat ziet Dijkhoff anders. ‘Mevrouw Marijnissen zegt vaak: is het niet wrang dat het nu niet automatisch beter wordt? Het ging nooit automatisch beter. Dat heeft veel maatregelen gekost die op langere termijn vruchten afwerpen en die misschien op korte termijn niet populair of makkelijk uit te leggen zijn.’
Maar ook uit de coalitie klinken zorgen over de financiën van studenten. ‘Waar ik me grote zorgen over maak bij jongeren’, zei fractieleider Gert-Jan Segers van de ChristenUnie, ‘zijn de steeds verder stijgende schulden die studenten aangaan. Iedere seconde stijgt de nationale studieschuld met 55 euro. Als ik de studieschuldmeter van ISO moet geloven, is de totale studieschuld al meer dan 20 miljard.’
Molensteen
Hij noemde die oplopende schuld ‘een molensteen om de nek van onze jongste generatie’ en wilde dit hoog op de agenda zetten. Toch had hij geen kritiek op de hogere rente op studieschulden. Jongeren moeten vooral meer kennis krijgen over geld en het voorkomen van schulden.
De omstreden doelmatigheidskorting op het onderwijs, bedoeld om een gat op de begroting te dichten, kwam heel even voorbij. Alexander Pechtold van D66 vond het maar gezeur. Dit kabinet investeert uiteindelijk veel meer dan voorgaande kabinetten in onderwijs. Dat er dan een kleine bezuiniging vanaf gaat, doet er wat hem betreft niet toe. Sterker nog, die bezuiniging was juist goed: ‘Je mag ook aan de sector laten zien: hier en daar moeten jullie efficiënter werken, moet je minder bureaucratie hebben en moet je minder van die dure kantoorgebouwen hebben. Daar mag best wat druk op de ketel, zeker als je zo'n enorm bedrag in het onderwijs investeert.’