Vanaf 2020 zijn nieuwe studenten duurder uit als ze lenen: bij een schuld van 21 duizend euro betalen zij uiteindelijk zo’n 12 euro in de maand meer aan rente dan de huidige generatie, oftewel zo’n vijfduizend euro extra in 35 jaar tijd. Tenminste, als ze genoeg verdienen om terug te betalen.
Het plan leidde tot felle discussies en protesten. De voltallige oppositie is tegen het plan, ook PvdA en GroenLinks. Die partijen stonden mede aan de basis van het huidige leenstelsel, waarin de basisbeurs is geschrapt. Alleen de vier regeringspartijen stemden voor.
Schade
De oppositie deed vorige week zijn best om de vermeende schade te beperken en diende een vijftal moties in. Is het een idee om geen rente te rekenen voor de vijf ‘jokerjaren’, waarin oud-studenten niet aflossen? En zullen we afspreken dat de opbrengsten van de hogere rente behouden blijven voor het hoger onderwijs? Kan het kabinet misschien een maximum afspreken waar het rentetarief niet bovenuit mag stijgen?
Maar nee, de vier regeringspartijen hielden elke verzachting tegen. Dat werd vorige week eigenlijk al duidelijk. De enige motie die zojuist met algemene stemmen is aangenomen, kwam van regeringspartij CDA. De Tweede Kamer wil graag dat de totale omvang van alle studieschulden in kaart wordt gebracht.
Klap
De Landelijke Studentenvakbond noemt de renteverhoging ‘een klap in het gezicht van de student’. Voorzitter Carline van Breugel: ‘Het is ongelofelijk dat we studenten met het leenstelsel verplichten om zich diep in de schulden te laten steken en vervolgens binnen drie jaar na invoering ook nog de rente te verhogen.’
Ze brengt de demonstratie van protestbeweging WOinActie onder de aandacht. Die is aanstaande vrijdag in Den Haag. De demonstranten eisen meer dan een miljard euro van het kabinet.
Overigens moet de Eerste Kamer nog met het wetsvoorstel instemmen.