Op verzoek van BNR Nieuwsradio bekeek Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlands en academische communicatie, de uitkomsten van Nederlandse taaltoetsen die studenten van een vijftal instellingen afleggen. ‘Zestig procent van de studenten haalt de taaltoets de eerste keer niet, daaruit blijkt dat ze de Nederlandse taal niet goed genoeg beheersen,’ stelde het radioprogramma.
Uit de gegevens die Van Oostendorp verzamelde, blijkt inderdaad dat maar 40 procent van de studenten aan de Nijmeegse faculteit letteren in eerste instantie slaagt voor de taaltoets.
Na de herkansing loopt dit percentage op tot 95. Bij de Universiteit van Amsterdam slaagt 46 procent bij de eerste toets en 89 procent na de tweede. Experimenten met het testen van ‘academische taalvaardigheid’ bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en de Hogeschool van Amsterdam resulteerden in slagingspercentages van respectievelijk 54 en 51.
Grote verschillen
Maar de cijfers van de Vrije Universiteit, voorloper op het gebied van Nederlandse taaltoetsen, waren niet meegenomen in de inventarisatie. Die geven een heel ander beeld. Marijke Kranenburg van het Taalcentrum-VU: ‘Tussen de 13 en 14 procent van alle eerstejaars haalt de eerste keer een onvoldoende, uitslagen die sinds de invoering in 2009 redelijk constant zijn gebleven.’
Wat verklaart de grote verschillen? ‘De taaltoetsen zijn per instelling verschillend qua vorm, inhoud en zwaarte, legt Van Oostendorp uit. Zo stellen sommige instellingen de toetsen verplicht, terwijl ze bij andere alleen dienen om studenten inzicht te geven in hun eigen taalvaardigheid. Ook inhoudelijk zijn er variaties. ‘Er zijn toetsen die alleen kijken naar productieve taalvaardigheden zoals schrijven, terwijl er ook zijn die bovendien de leesvaardigheid testen.’
Verplicht of niet
Ook de consequenties van een negatieve uitkomst verschillen nogal. Bij de Radboud Universiteit moeten studenten een voldoende scoren om uiteindelijk hun propedeuse te behalen, terwijl bij andere universiteiten een onvoldoende zonder gevolgen blijft. Ook dat heeft invloed op de uitkomsten.
Door de verschillen kun je een algemene uitspraak over de beheersing van het Nederlands niet maken, zegt Van Oostendorp. ‘Bij sommige opleidingen of instellingen zakken meer studenten omdat het toetsniveau hoger ligt.’