Eind maart zegden de hogescholen hun vertrouwen op in de Nationale Studenten Enquête (NSE) 2019, het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek dat de stichting Studiekeuze 123 laat uitvoeren onder bijna 300 duizend studenten. Als gevolg van de nieuwe privacywetgeving mogen instellingen minder informatie delen en moesten studenten deze nu zelf invullen. Dat leidde tot allerlei fouten, bleek uit tussentijds onderzoek, waardoor de data onbetrouwbaar waren.
De hogescholen vertrouwden er niet op dat de fouten nog ongedaan gemaakt konden worden en zetten hun medewerking aan de NSE 2019 per direct stop. De universiteiten en de koepelorganisatie van particuliere hogescholen zagen nog wel mogelijkheden en waren bereid om een vervolgonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek af te wachten.
Repareren
Minister Van Engelshoven respecteert het besluit van de hogescholen blijkt uit haar antwoord op vragen van de VVD. Maar ze lijkt blijer met de keuze van de universiteiten om te bezien of er nog iets te repareren valt. Wel is ze ervan overtuigd dat studenten, universiteiten én hogescholen veel belang hechten aan de NSE. Ze ziet daarom, anders dan de VVD, nu geen reden om instellingen wettelijk te verplichten mee te doen met de NSE.
Het enige wat ze zelf kan doen, schrijft ze, is juridisch regelen dat instellingen gegevens mogen aanleveren voor de NSE zonder de privacy van hun studenten te schenden. Maar dat kost tijd en biedt dus geen soelaas voor de NSE van 2019.
Voor de zomer zal de minister de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van het CBS-onderzoek. Die zal ze bespreken met de hogescholen, de universiteiten en de landelijke studentenorganisaties.