Aan de RUG loopt een groot experiment onder zo’n 850 promovendi. Zij zijn er geen werknemer maar student, en krijgen een beurs in plaats van een salaris. Ze bouwen geen pensioen op en vallen niet onder de cao.
Minister Ingrid van Engelshoven zag weinig in het experiment en wilde het aanvankelijk niet verlengen, maar op aandringen van de Tweede Kamer heeft ze toch een nieuwe aanvraagronde geopend.
Daarop schreven beurspromovendi een manifest waarin ze eisten alsnog werknemer te worden. Ook wilden ze compensatie voor misgelopen inkomsten. Er staan inmiddels 227 handtekeningen onder, plus de handtekeningen van ruim 600 sympathisanten. Allerlei vakbonden en actiegroepen steunen de eisen. GroenLinks, D66 en PvdA stelden er Kamervragen over.
Niet nadelig
Van Engelshoven is niet van plan het experiment alsnog te stoppen, schrijft ze nu in haar antwoord. Een tussenevaluatie zou vorig jaar hebben aangetoond dat het experiment geen ‘ernstige nadelige effecten’ heeft op het onderzoeksklimaat bij de universiteit.
Toch lijkt ze zelf aan de tussenevaluatie te twijfelen. Ze laat een ‘onafhankelijke partij’ nagaan of de tussenevaluatie wel op wetenschappelijke wijze is uitgevoerd.
Ze ontkent ook niet dat er problemen zijn. De minister roept de RUG op haar voorlichting te verbeteren. De praktijk leert dat zowel promotiestudenten als supervisors niet altijd goed op de hoogte zijn van de regels van het experiment.
Waarschuwing
Een ferme klacht onder beurspromovendi is dat zij soms tegen hun zin onderwijs moeten verzorgen, terwijl dit niet van hen mag worden verlangd. Maar het weigeren van lesgeven lijkt niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld door groepsdruk of omdat de promovendi bang zijn dat het hun carrière schaadt.
Dit vindt de minister onacceptabel. ‘De vrijheid van promotiestudenten om zelf te besluiten over het wel of niet geven van onderwijs is een belangrijk onderdeel van de figuur van de promotiestudent’, schrijft ze. ‘Van een verplichting voor promotiestudenten om onderwijs te verzorgen, zou dan ook geen sprake mogen zijn.’
Als de financiële tegemoetkoming het enige verschil is tussen promotiestudenten en werknemerpromovendi, dan wordt de promotiestudent beschermd door het arbeidsrecht, schrijft Van Engelshoven. Een rechter zou in dat geval kunnen oordelen dat promotiestudenten toch werknemers zijn, waarschuwt ze.
Twijfels
Medische promotiestudenten hebben vorig jaar al een procedure in gang gezet, meldde universiteitkrant UK. Ze eisen dezelfde rechten als gewone promovendi aan het UMCG. Dit kan uiteindelijk op een rechtszaak uitlopen.
Toch is naar de rechter stappen makkelijker gezegd dan gedaan, stelt voorzitter Lucille Mattijssen van het Promovendi Netwerk Nederland. Het kost immers veel tijd en geld. ‘Zo’n procedure duurt misschien wel langer dan je promotie.’
Mattijssen is fel tegenstander van het experiment met promotiestudenten en vindt het vreemd dat de minister herhaaldelijk naar de tussenevaluatie verwijst. ‘Daar zijn zoveel twijfels over dat ze die laat controleren door een onafhankelijke partij. Dan kun je die op dit moment toch niet als argument gebruiken?’