De Tweede Kamer wilde meer duidelijkheid van de minister over de afspraak die ze met hogescholen en universiteiten had gemaakt over de toepassing van het bsa in de coronacrisis. Die afspraak hield feitelijk niets anders in dan dat instellingen – net als altijd – het bsa kunnen uitstellen als studenten door overmacht niet aan de puntennorm kunnen voldoen.
De studentenbonden verkeerden in de veronderstelling dat de minister met de instellingen had afgesproken dat het bsa gezien de coronacrisis voor alle studenten zou worden versoepeld. Ook een deel van de Tweede Kamer had het zo opgevat. Maar de minister ziet het anders en vertrouwt erop ‘dat alle instellingen hier de komende tijd op een goede manier invulling aan zullen geven’.