Allereerst gefeliciteerd met de benoeming. Waarom had je je eigenlijk kandidaat gesteld?
‘Ik zat vorig jaar in universiteitsraad namens UReka. Omdat UReka is aangesloten bij het ISO, deed ik vervolgens nog steeds de vertegenwoordiging bij het ISO namens UReka. Al die tijd had ik leuke en goede interactie met het bestuur en deed ik mee aan activiteiten. Zo hebben we in samenwerking met de ChristenUnie Coalitie-Y opgericht, wat later leidde tot een manifest. Door het goede contact, zag ik een bestuursfunctie bij het ISO wel zitten.’
‘Inkomenspositie is de basis voor studentsucces’, was het credo bij aankondiging van het nieuwe bestuur. Wat willen jullie bereiken?
‘Dat is nu lastig te zeggen, omdat we nog een beleidsplan moeten opstellen na onze inwerkperiode. Het begrip inkomenspositie is natuurlijk breed, maar je kunt er vergif op innemen dat we de pijlen richten op studiefinanciering. Het ISO is al jaren voorstander van de herinvoering van de basisbeurs. Zeker in de huidige crisissituatie, zie je dat er extra onzekerheid is bij studenten over hun financiën. Studenten hebben juist zekerheid en constante factoren nodig om op terug te vallen.’
Ga je dit bestuur ook met een persoonlijke missie in?
‘Het is opnieuw afwachten of dit meegenomen wordt in het beleidsplan, maar persoonlijk vind ik het belangrijk om richting de nationale politiek de belangen van internationale studenten te behartigen. Er is steeds meer aandacht voor ze, maar er zijn nog grote verschillen met Nederlandse studenten, bijvoorbeeld op het gebied van reizen en huisvesting. Dat is vervelend. We hebben te maken met een groep die alles achter zich liet om hier te komen en dan komen ze in Nederland in een kwetsbare positie terecht.’
Wat staat je het komende jaar te wachten?
‘Het is een voltijdsbestuur, dus ik ga het niet proberen te combineren met mijn studie. Ik probeer de komende tijd een kamer te vinden in Utrecht, waar het kantoor van het ISO staat. Als algemeen bestuurslid ga ik portefeuilles uitoefenen, dus ik kan voornamelijk de diepte ingaan op inhoudelijke vraagstukken. Ik ben heel blij met die rol! Toen ik in de universiteitsraad zat, kon ik me bijvoorbeeld volop verdiepen in het taalbeleid van de UT. Onder andere op basis van mijn advies kwam de UT vorig jaar april met een gedragscode voertalen. Ik ga bij het ISO ook voor zo’n combinatie: eerst vastbijten in onderwerpen en vervolgens zorgen dat er daadwerkelijk wat met mijn input wordt gedaan. Dat geeft ontzettend veel voldoening.’