De Landelijke Studentenvakbond en consumentenprogramma Radar kwamen op hetzelfde idee. Ze hebben een enquête verspreid onder studenten om te peilen hoe het in de crisis met het onderwijs gaat.
De LSVb bereikte ruim 400 studenten in het hoger onderwijs, Radar ruim 1.400 in mbo, hbo en wo. De overeenkomsten springen in het oog: veel studenten noemen studievertraging onvermijdelijk en ze denken wisselend over de kwaliteit van het onderwijs.
Vertraging
Volgens Radar weet 1 op de vijf studenten (20 procent) zeker dat hij/zij studievertraging gaat oplopen. In het onderzoek van de LSVb lijkt het nog erger: de helft van de hbo-studenten en een kwart van de universitaire studenten noemt studievertraging onvermijdelijk.
De waardering voor het online onderwijs is best groot: de meerderheid is tevreden of op zijn minst neutraal. Toch is de ontevreden groep ook aanzienlijk: in beide enquêtes ruim dertig procent.
Maar de uitkomsten zijn lastig te interpreteren, omdat niet bekend is hoe deze studenten over hun onderwijs dachten voordat de crisis uitbrak. Misschien was een op de drie sowieso al ontevreden. Wie weet is de waardering juist gestegen in de crisis. Dat geeft de uitkomsten van de enquêtes minder zeggingskracht.
Dat probleem speelt ook bij de tevredenheid over de communicatie van de opleidingen over alle veranderingen in de coronacrisis. Was die communicatie goed? Nee, zegt 15 procent van de LSVb-respondenten. Radar komt tot hogere percentages: maar liefst 44 procent klaagt erover. Omgerekend naar landelijke aantallen zou het dus om tienduizenden of zelfs honderdduizenden slecht geïnformeerde studenten gaan.
Informatie
Maar gaat de informatievoorziening inderdaad zo moeizaam, of zijn er in een crisis nu eenmaal veel dingen onduidelijk en ligt dat niet aan de mailtjes van de onderwijsinstellingen? Of misschien kan de communicatie sowieso beter, nog los van de coronacrisis.
Een meerjarig vergelijkend onderzoek, zoals de Nationale Studenten Enquête, had daar licht op kunnen werpen. Maar die enquête gaat dit jaar niet door. Universiteiten en hogescholen waren bang dat de uitkomsten ‘niet vergelijkbaar’ zouden zijn.