Maarten Appelman (master Electromagnetic Compatibility): ‘Ik ontwerp voor mijn afstudeeropdracht een meetopstelling. Hiermee verricht ik metingen naar de elektrische weerstand van het lichtnet. Op het moment dat de coronacrisis in Nederland uitbrak, was ik mijn meetopstelling aan het finetunen in het laboratorium van de vakgroep Power Electronics and Electromagnetic Compatibility (PE). Ik voelde me wat verkouden tijdens de sluiting en besloot niet naar het lab te gaan om mijn spullen op te halen. Dit om te voorkomen dat ik anderen zou aansteken. Dat was achteraf flink balen: de sluiting duurde langer dan gedacht. Al mijn aantekeningen lagen er nog, waardoor mijn onderzoek zeven weken stil kwam te liggen.’
‘Sinds drie weken ben ik weer in het laboratorium te vinden op de maandag en dinsdag. Het is aan de ene kant een opluchting, omdat ik verder kan met mijn onderzoek. Aan de andere kant heb ik zeven weken vertraging opgelopen. En, omdat ik maar twee dagen per week gebruik maak van het lab, gaat mijn onderzoek in een lager tempo. In overleg met mijn begeleider skip ik een aantal problemen in mijn afstudeeropdracht, zodat ik in ieder geval kan afstuderen. Het eindresultaat van mijn onderzoek had allemaal iets mooier kunnen zijn, maar ach, het zij zo.’
Esther van de Logt (bachelor technische Natuurkunde, Saxion): ‘Ik doe onderzoek naar single hole transistors. Het is een afstudeerproject bij de vakgroep NanoElectronics van de UT. We gebruiken hiervoor de labs in Carré. Toen de gebouwen werden gesloten, was ik een maand bezig. Ik zat er net lekker in. Gelukkig hoefde ik tijdens de sluiting niet helemaal stil te zitten. Veel van de metingen kon ik op afstand via mijn eigen computer doen. De vertraging valt naar omstandigheden mee.’
‘Toch was het een hele opluchting dat ik een paar weken geleden weer aan de slag kon in het lab. Het is niet ideaal om te werken vanuit een klein studentenkamertje. Bovendien werk ik juist graag in het lab, omdat ik daar met mijn handen aan de slag kan. Het praktische spreekt mij aan. Nu moest ik bijna alles vanaf de computer doen. Ik merkte bovendien dat alles langzamer gaat vanuit huis. Het was niet bepaald de ideale werkomgeving. Ik hoop dat ik mijn verslag nog op tijd kan inleveren, zodat ik in juli kan afstuderen.’
‘In het laboratorium is het afstand houden de belangrijkste maatregel. Het afstand houden is niet heel lastig, want we mogen maar met een beperkt aantal mensen tegelijk in de labs. Iedereen zit in z’n eigen hoekje. Het gekste vind ik nog de lunchpauzes. Dan zit iedereen op ruime afstand van elkaar aan tafel, terwijl je normaal gezellig bij elkaar gaat zitten.’