In eerdere informatie over de studieschulden noemde de minister het verwachte totaalbedrag niet, maar op aandringen van CDA en ChristenUnie (coalitiepartijen, maar ook tegenstanders van het leenstelsel) meldt ze het alsnog.
De laatste optelsom moet je wel zelf maken. De minister meldt dat de totale studieschuld eind 2015 bijna 15,8 miljard euro was. Naar verwachting zal die schuld met 17 miljard euro stijgen door het nieuwe leenstelsel, schrijft ze.
35 jaar
In het leenstelsel dat in 2015 is ingevoerd, krijgen studenten geen basisbeurs meer. Daardoor moeten ze meer lenen. Bovendien blijft de schuld langer staan: oud-studenten krijgen geen vijftien jaar, maar vijfendertig jaar de tijd om hun lening terug te betalen.
De minister verwacht een aflospercentage van 86,4 procent. Het resterende deel wordt kwijtgescholden, schrijft ze. Want oud-studenten verdienen soms te weinig om binnen 35 jaar hun studieschuld te voldoen.
Zo’n 28 procent van de studenten leent niets bij DUO. De rest heeft na afloop van de studie gemiddeld 25 duizend euro openstaan. De leenbedragen komen iets lager uit dan de rekenmeesters ‘behoedzaamheidshalve’ hadden ingecalculeerd.
Afhaken
Die oud-studenten zijn niet allemaal gediplomeerd. Het gaat ook om oud-studenten die, om wat voor reden dan ook, voortijdig afhaken maar in hun studiejaren wel bij DUO hebben geleend.
Het leenstelsel is ingevoerd door het vorige kabinet van VVD en PvdA, met steun van D66 en GroenLinks. Van deze partijen staat alleen de VVD nog achter het nieuwe leenstelsel. De andere drie hebben zich er inmiddels van afgekeerd en pleiten voor het herinvoeren van studiebeurzen, in elk geval voor een deel van de studenten.