Het kabinet maakte maandag bekend dat het hoger onderwijs nog drie weken in lockdown blijft. Als de besmettingscijfers het toelaten gaat de deur eind maart wellicht op een kier en kunnen studenten weer een dag in de week naar hun opleiding.
Beperkt effect
Kan dat niet wat eerder, vroeg GroenLinks-voorman Jesse Klaver gisteren tijdens een Kamerdebat aan demissionair premier Rutte (VVD). ‘Want als ik het OMT-advies lees, dan heeft het openen van het hoger onderwijs in combinatie met sneltesten maar een zeer beperkt effect.’
Er kleven risico’s aan een snelle heropening, erkent ook Klaver, maar gelet op de mentale gezondheid van jongeren vindt hij het riskanter om hen nog langer van de campus te weren. En in grote winkels mogen er nu toch ook meer mensen naar binnen? Waarom krijgt het hoger onderwijs geen prioriteit?
Dolgraag
Rutte zou het hoger onderwijs ook ‘dolgraag’ meer ruimte gunnen, maar hij vindt dit nu nog niet verantwoord. Hij sprak tegen dat je het hoger onderwijs had kunnen openen als je het aantal klanten in winkels hetzelfde had gelaten. De volgens hem zeer beperkte effecten daarvan op het aantal besmettingen kun je niet vergelijken met het openen van het hoger onderwijs. ‘Dat is echt iets anders.’
Verder dan de toezegging dat het kabinet op 23 maart besluit of het hoger onderwijs op 31 maart weer een beetje open kan, ging hij niet. Dan zal er volgens hem ook gekeken zijn naar de eerste resultaten van de pilots met sneltesten, al is dat misschien wat optimistisch.
In beeld
Hoe dan ook moet het volgens Rutte niet tegenzitten. Maar als het aantal ziekenhuisopnames op een gegeven moment stabiliseert komt het hoger onderwijs meteen in beeld. ‘Dan zou er over een paar weken misschien wat kunnen.’
De motie die Klaver samen met de SGP indiende om het hoger onderwijs op locatie vanaf maandag weer op te starten, haalde het niet. De vier regeringspartijen steunden de lijn van de premier en stemden tegen.