Sinds september 2015 krijgen nieuwe studenten geen basisbeurs meer, wat studeren duizenden euro’s duurder heeft gemaakt. Inmiddels willen bijna alle politieke partijen, behalve de VVD, de studiefinanciering weer aanpassen.
Maar als het leenstelsel een vergissing was, moet je studenten dan achteraf compenseren? En zo ja, hoe doe je dat dan? Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het ministerie enkele scenario’s bedacht. De moeilijke afwegingen en hoge bedragen vliegen je om de oren.
Flierefluiter
Komen bijvoorbeeld alle studenten in aanmerking voor compensatie, of alleen de studenten met een studieschuld? Dat laatste zou betekenen dat een zuinige student met een flinke bijbaan achteraf geen cent genoegdoening ontvangt, terwijl de flierefluiter met een maximale lening een beloning in de schoot geworpen krijgt.
Een ander serieus dilemma is de diploma-eis. De basisbeurs werd pas een gift als een student het diploma behaalde, en dat moest ook nog binnen tien jaar lukken. Moet je die eis ook aan de compensatie koppelen? Dan valt een flink deel van de studenten buiten de boot: meer dan 20 procent redt het niet binnen tien jaar.
Miljoen studenten
In totaal gaat het om meer dan een miljoen studenten, van wie er 788 duizend een lening hebben afgesloten. Welke keuze de politiek ook maakt, het gaat om veel geld. In de vijf scenario’s van de ambtenaren bedraagt de compensatie tweeduizend, vijfduizend of tienduizend euro per persoon. De totale kosten zouden ergens tussen de 1,4 en 11 miljard euro liggen.
Er is weinig ruimte voor subtiliteit en maatwerk. Onderscheid maken tussen uit- en thuiswonende studenten is bijvoorbeeld niet haalbaar, menen de ambtenaren, en het is ook niet eenvoudig om het toenmalige inkomen van ouders bij het compenseren in ogenschouw te nemen.
Korting?
Verder liggen er allerlei praktische vragen. Geef je korting op de studieschuld of betaal je het bedrag uit? Als je alleen schulden kwijtscheldt en de studenten zijn nog bezig, gaan ze dan op het laatste moment extra lenen om die compensatie uit het vuur te slepen?
Een uitgave van 11 miljard lijkt politiek gezien onwaarschijnlijk. In hun eigen verkiezingsplannen hadden politieke partijen lagere bedragen in gedachten, bleek uit de doorrekening van het Centraal Planbureau.
Het CDA reserveerde bijvoorbeeld slechts honderd miljoen euro, terwijl de ChristenUnie 3,3 miljard euro opzij wilde zetten. De PvdA en SP hielden rekening met zo’n vier miljard en GroenLinks dacht aan 7,7 miljard euro.
Kortom, er is nog genoeg om over te praten – als de compensatie er überhaupt komt, want de VVD ziet er helemaal niets in en dat is nog altijd de grootste partij in de Tweede Kamer.