Özdil zat voor GroenLinks in de Kamer en vertrok met slaande deuren, onder meer omdat hij zich publiekelijk tegen het leenstelsel keerde, waarin de basisbeurs was afgeschaft. GroenLinks-leider Jesse Klaver stond aan de basis van dat stelsel.
Vanmorgen stelde Özdil in dagblad Trouw dat die basisbeurs van het nieuwe kabinet neerkomt op nog geen 40 euro per maand. Klopt zijn rekensom?
Het coalitieakkoord
Voor het jaar 2026 trekt het kabinet 370 miljoen euro uit, staat in het coalitieakkoord. Als er in dat jaar 900 duizend studenten zijn, redeneert Özdil, dan komt dat neer op ruim 411 euro per jaar, oftewel 34 euro per maand.
Maar in het akkoord staat nog iets anders. Op de lange termijn kost de invoering van een basisbeurs een miljard euro per jaar.
Hoe kan dat?
Er zaten voorwaarden aan de oude basisbeurs. Studenten kregen hem niet zomaar. De beurs was eerst een lening en werd pas een gift als studenten binnen tien jaar hun diploma behaalden. Anders moesten ze alles alsnog terugbetalen.
DUO stort dus wel een maandelijks bedrag op je rekening, maar eigenlijk telt dat nog niet. Het kost de overheid pas geld als je afstudeert: dan pas weegt het bedrag op de Rijksbegroting. Daarom lopen de bedragen voor de nieuwe basisbeurs langzaam op.
Hoe hoog dan wél?
Het nieuwe kabinet rekent dus op een miljard euro per jaar voor de nieuwe beurs. Als je dat door 900 duizend studenten deelt, komt je op ruim 1.100 euro uit. Dat komt in de buurt van de basisbeurs voor thuiswonenden.
Maar studenten krijgen vast niet allemaal een basisbeurs, want ze behalen lang niet allemaal hun diploma. Bovendien ontvangen de meeste studenten de beurs maar vier of vijf jaar; langstudeerders krijgen hem niet.
Het Centraal Planbureau keek vorig jaar wat het invoeren van een basisbeurs zou kosten. De rapporteurs rekenden toen met 450 duizend studenten. Thuiswonende studenten zouden recht hebben op 108 euro per maand en uitwonende studenten op 300 euro per maand. De kosten: een miljard euro per jaar. Dat is precies het bedrag dat de vier regeringspartijen met elkaar hebben afgesproken.
Keuzes
Natuurlijk zijn er nog allerlei aanpassingen en keuzes mogelijk. Want waarom zou je de oude basisbeurs ongewijzigd herinvoeren, als je de kans hebt om iets te verbeteren?
Regeringspartij CDA pleitte in het verleden voor een ‘inkomensafhankelijke’ basisbeurs: hoe rijker je ouders, hoe minder beurs. Ook oppositiepartijen GroenLinks en PvdA hadden een inkomensgrens in gedachten. Of misschien willen sommige partijen een lagere basisbeurs en een hogere aanvullende beurs. Maar dat moet allemaal nog blijken.
Slotsom
Het moet gek lopen wil de toekomstige basisbeurs inderdaad neerkomen op nog geen 40 euro per maand. De bedragen van de oude basisbeurs komen vermoedelijk dichter in de buurt. Wie er recht op krijgt, weten we nog niet.