Op 14 januari breidde het kabinet de mondkapjesplicht uit: die gold voortaan 'altijd en overal' in de gebouwen van hogescholen en universiteiten. In de praktijk hield lang niet iedereen zich daaraan. Het kabinet komt er nu van terug, blijkt uit een gisteravond gepubliceerde brief.
Uitzondering
'De uitzondering op de mondkapjesplicht in het beroepsonderwijs en hoger onderwijs geldt voor studenten, docenten en andere personen die een vaste sta- of zitplaats innemen en de veilige afstand kunnen houden tot anderen.' Het gaat onder meer om bibliotheken, studieruimtes en werkplekken van ondersteunend personeel.
Volgens het kabinet betekent dit 'dat mondkapjes verplicht zijn in de meeste les- en collegezalen, omdat daar veelal de ruimte ontbreekt om alle studenten op anderhalve meter te laten plaatsnemen'. Ook bij verplaatsingen door de gebouwen blijven de mondkapjes verplicht.
Quarantaine
De quarantaineplicht is gisteren ook aangepast. Op het gebied van hoger onderwijs wijkt het kabinet af van het OMT-advies van 24 januari. Daarin stond dat alle studenten naar de campus mogen komen als zij geen klachten hebben en zichzelf vijf dagen lang testen.
Dat vond het kabinet mogelijk te riskant. Gisteren maakte het bekend dat dit alleen geldt voor studenten onder de 18 jaar. Oudere studenten houden zich aan de algemene regel dat ze niet in quarantaine hoeven als ze langer dan een week geleden geboosterd zijn, of als ze korter dan acht weken geleden corona hebben gehad. Zolang ze dus geen klachten hebben. Over het OMT-advies van ‘vijf dagen zelftesten’ meldde het kabinet gisteren niets.