Opleidingen geneeskunde zien studenten ‘die beter geen arts kunnen worden’, maar hebben niet altijd de mogelijkheid om ze uit de opleiding te zetten, schrijven de acht examencommissies vandaag in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Het gaat om studenten die onprofessioneel gedrag vertonen en de veiligheid van patiënten daarmee in gevaar brengen. Uit onderzoek blijkt dat ‘zulke studenten later vaker in aanraking komen met het tuchtrecht’.
‘Pedopartij’
Sinds 2010 kunnen opleidingen van hogescholen en universiteiten een student weigeren of verwijderen als die ‘door zijn gedragingen of uitlatingen’ ongeschikt blijkt voor het beroep. Daar heeft minister Plasterk destijds voor gezorgd.
De directe aanleiding was een pedofiel die in 2007 pedagogische wetenschappen wilde studeren. Deze man was secretaris van de Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, ook wel bekend als de ‘pedopartij’. Met juridisch kunst- en vliegwerk weigerden drie universiteiten hem de toelating. Plasterk wilde steviger grond geven aan zulke weigeringen.
De opleidingen geneeskunde maakten vervolgens hun eigen iudicium abeundi-regeling (IA-regeling). In 2015 gebruikten ze die voor het eerst, toen een geneeskundestudent seksueel getinte berichten verstuurde aan een 15-jarige patiënte en haar moeder.
Strenge eisen
Toch werkt de IA-regeling volgens de commissies in de praktijk vaak niet, omdat de wettelijke eisen te streng zijn. Er moet onder meer worden aangetoond dat de studenten anderen in gevaar brengen. ‘Maar als er aanwijzingen zijn dat een student een gevaar zou kunnen vormen, laat je diegene niet met een patiënt alleen’, legt klinisch geneticus Fred Petrij en voorzitter van de examencommissie van het Erasmus MC het probleem uit.
Daarbij zou de procedure complex zijn en ‘kost het examencommissies zoveel tijd en energie dat ze er vaak niet eens aan beginnen’. De IA-regeling is in ruim tien jaar tijd drie keer succesvol ingezet, terwijl er bij elke geneeskundefaculteit volgens schattingen ten minste twee ongeschikte studenten rondlopen. ‘Het is min of meer wachten tot ze een misstap begaan die groot genoeg is om het IA wél te kunnen inzetten’, schrijven de examencommissies.
Ook tijdens het lopen van coschappen kan onprofessioneel gedrag niet altijd hard gemaakt worden. Studenten komen volgens de commissies vaak weg met een genadezesje omdat de arts het ‘te druk heeft’ om de student goed te beoordelen of ‘geen tijd heeft voor de enorme administratieve rompslomp die met het geven van een onvoldoende gepaard gaat’.
Patiëntveiligheid
De examencommissies willen de IA-regeling nu verruimen. De inschatting van begeleiders dat een student niet alleen bij een patiënt gelaten kan worden, zou volgens hen hetzelfde gewicht moeten krijgen als een situatie waarin de patiëntveiligheid daadwerkelijk wordt geschonden. Ook pleiten ze voor een portfolio Professioneel Gedrag – een soort Verklaring Omtrent het Gedrag – dat met de student meegaat, ook als die van universiteit wisselt.