Nu de rente op studieschulden voor het eerst in jaren boven de nul procent uitkomt, wordt duidelijk dat niet elke student hetzelfde tarief gaat betalen. Voor studenten in het nieuwe leenstelsel gaat de rente 0,46 procent bedragen, iets meer dan eerder werd voorspeld. Voor mbo’ers en (oud-)studenten in het hoger onderwijs die nog onder het oude stelsel vallen, wordt de rente vanaf 1 januari bijna viermaal zo hoog: 1,78 procent.
Niet eerlijk voor mbo-studenten
Minister Dijkgraaf vindt dat niet eerlijk voor de huidige mbo-studenten en stuurt binnenkort een wetswijziging naar de Tweede Kamer waarin hij de terugbetaalregels voor het mbo en het hoger onderwijs gelijktrekt. DUO heeft de effecten voor de rentepercentages zojuist gepresenteerd.
Mbo’ers die in 2023/24 voor het eerst gaan studeren, zijn straks dezelfde 0,46 procent rente verschuldigd als studenten in het hoger onderwijs die onder het leenstelsel vallen. Bovendien krijgen ze in plaats van 15 jaar dan 35 jaar de tijd om hun studieschuld af te lossen.
Overgangsrecht
Niet alleen nieuwe mbo-studenten vallen vanaf 2023/24 onder dezelfde terugbetaalregels, maar ook huidige mbo-studenten die op dat moment bijvoorbeeld tweede- of derdejaars zullen zijn. Zij krijgen ‘overgangsrecht’ en mogen kiezen tussen de voorwaarden van het oude en het nieuwe stelsel. Wie geen keuze maakt, gaat automatisch over naar het nieuwe stelsel. Dat betekent dat de rente ook voor hen minder hoog zal worden.
De terugbetaalregels van het nieuwe leenstelsel gelden sinds 2015, toen het kabinet de basisbeurs afschafte en – in ruil daarvoor – de leenvoorwaarden aanpaste. Bij mbo’ers, die hun basisbeurs en prestatiebeurs nooit kwijtraakten, gebeurde dat niet, en ook niet bij studenten van hogescholen en universiteiten die gedurende hun hele opleiding een basisbeurs ontvingen. Zij vallen dus nog steeds onder de terugbetaalregels van het oude stelsel.
140 duizend (oud)studenten
Het ministerie benadrukt dat de rentestijging per 1 januari 2023 nog niet meteen zal gelden voor alle (oud-)studenten. DUO zet de rente immers steeds voor vijf jaar vast. Wie bijvoorbeeld dit jaar is begonnen met aflossen, betaalt nog vier jaar lang nul procent rente. Ongeveer 140 duizend (oud-)studenten zullen per 1 januari maandelijks meer gaan betalen, schat het ministerie.
Voor een student in het nieuwe leenstelsel met een resterende studieschuld van 20 duizend euro die nog 20 jaar moet aflossen, stijgt het termijnbedrag (tegen de rente van 0,46 procent) met 3,91 euro per maand. Wie nog onder het oude leenstelsel valt, betaalt 1,78 procent rente en dus 5,16 euro extra per maand.
Onheilspellend scenario
Studentenorganisatie ISO maakt zich zorgen. ‘Dit rentepercentage zal nu nog niet direct leiden tot serieuze financiële problemen’, schrijft voorzitter Terri van der Velden in een persbericht. ‘Wel zien we een onheilspellend scenario voor ons waarin de rente de aankomende jaren de pan uit gaat rijzen.’ Ze pleit daarom voor een maximaal rentepercentage op studieschulden. Van der Velden: ‘Het zou een verademing zijn om te weten dat het blok aan je been niet oneindig kan groeien.’