Waarom dit boek?
Krijnsen: ‘De directe aanleiding is het vijftigjarig bestaan van de SP dit jaar. De lokale afdeling in Hengelo is nauw betrokken geweest bij de oprichting. Ze benaderden mij met een bijzonder verhaal over Jean Rouwet, een van de oprichters van de SP. Rouwet, een boerenzoon uit Limburg, stopte met zijn studie in Nijmegen en kwam in 1971 naar Twente om de arbeiders in deze regio te steunen. Dit vond ik een interessant verhaal, maar het moest meer worden dan een SP-boek. Daarom gaat het boek over actievoeren en activisme in de laatste vijftig jaar in Twente.’
Welke rol speelt de Universiteit Twente in het boek?
‘Een behoorlijk grote rol. Ongeveer gelijktijdig met het verzoek van de SP om een boek te schrijven over de geschiedenis van de partij in Twente, kreeg ik een tip van UT-archivaris Homme Martinus. Oud-studentpastor Jan de Jongh had zijn archief overgedragen aan de UT. De Jongh is een interessant figuur, die in zijn jaren als studentpastor bij verschillende acties betrokken was. Zijn archief gaf mij de kans om het boek te verbreden. Rouwet en De Jongh staan in mijn boek symbool voor de actievoerders in de jaren 70 en 80.’
Kun je iets meer vertellen over Jan de Jongh?
‘Het toeval wil dat hij ongeveer gelijktijdig met Jean Rouwet naar Twente kwam. De Jongh was een gereformeerde dominee uit Friesland. In de gemeente waar hij predikte, stemden mensen op de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), waaruit later het CDA is ontstaan. De Jongh zelf was een overtuigd pacifist en aanhanger van de PSP (de Pacifistisch Socialistische Partij). Zijn eigen ideeën stonden kortom haaks op die van de gemeente. Hij werd toen al gezien als een recalcitrant figuur, die tegen de stroom durfde in te zwemmen. Met dat verleden kwam De Jongh als studentpastor naar de Technische Hogeschool Twente (THT, de voorloper van de UT, red).’
Hoe raakte hij betrokken bij acties in Twente?
‘Zijn huis in de Enschedese wijk Bolhaar kwam al snel bekend te staan als een actiecentrum voor studenten. Ze protesteerden tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika en steunden totaalweigeraars als Wim Koolhoven. Een ander bijzonder verhaal is de boycot van Angolese koffie. Het Afrikaanse land was begin jaren 70 een kolonie van Portugal, op dat moment nog een militaire dictatuur. De koffie werd onder zeer twijfelachtige omstandigheden geproduceerd. Het Angola-Comité in Nederland begon een campagne om de verkoop van koffie uit Angola te boycotten. Albert Heijn was de grootste importeur van deze koffie. De Jongh ging op een avond met een paar TH-studenten actieposters plakken in het centrum van Enschede, gericht tegen het supermarktconcern. De politie kreeg echter lucht van de zaak en ze werden op heterdaad betrapt. Dat leverde de pastor en studenten een nachtje in de cel op.’
In de jaren 70 streden studenten ook voor meer democratie in het onderwijs. Schrijf je daar ook over?
‘Nee, het ging mij om acties voor het algemeen belang en daar reken ik een protest tegen bijvoorbeeld collegegeldverhoging niet toe. Wel schrijf ik over studenten die in actie kwamen voor hun eigen schoonmaaksters: het is nu moeilijk voor te stellen, maar de campusflats werden in die jaren nog voor de studenten schoongemaakt. Volgens de campusbewoners kregen de dames te weinig betaald, waarvoor ze met succes in actie kwamen. Ook stopten studenten uit solidariteit met de arbeidersklasse tijdelijk met hun studie om in een fabriek te gaan werken. Ik heb verschillende oud-studenten hierover gesproken. Terugkijkend zien ze het – enigszins geromantiseerd – als een soort verzetsdaad.’
Ben je nog meer bijzondere verhalen tegengekomen?
‘Ik heb met een oud-TH-student gesproken, die in de jaren 70 als ‘mol’ voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD, red.) werkte. Deze student technische natuurkunde werd als 17-jarige jongen door de BVD benaderd om te infiltreren in de linksradicale studentenbeweging in Twente. Hij werd lid van de beweging en kreeg zelfs een codenaam: ‘Opaline’ (een soort edelsteen). Aan hem de schone taak om de BVD op de hoogte te houden van op handen zijnde acties. Eens per maand ontmoette hij hierover een contactpersoon bij de Chinees in Hengelo. Hoewel het niet heel veel voorstelde, wist hij de veiligheidsdienst één keer van een waardevolle tip te voorzien over een bezetting van het bestuursgebouw op de campus. De student hoorde op het laatste moment dat de actie niet doorging, waardoor de politie geen peloton ME achter de hand hoefde te houden. Bij de volgende ontmoeting kreeg hij honderd gulden in zijn hand gedrukt, als beloning voor de waardevolle inlichting. Na verloop van tijd kreeg de student wroeging en staakte hij zijn mol-acties.’
Hoe zit het tegenwoordig met de actiebereidheid op de campus?
‘Jan de Jongh merkte dat de actiebereidheid onder studenten eind jaren 80 sterk afnam. Het is een opvallende kentering waar de toegenomen studiedruk en de individualisering van de samenleving aan hebben bijgedragen. Ook het verdwijnen van het apartheidsregime in Zuid-Afrika en de val van de Muur leidden tot minder acties. Die kentering lijkt nog altijd niet gekeerd op de campus.’
De presentatie van het boek ‘Aktie’ is op vrijdag 21 oktober in poppodium Metropool in Hengelo. Het boek is straks verkrijgbaar in de betere boekhandel en hier alvast online.