Om de gevolgen van de coronapandemie in het onderwijs te verzachten stelde het kabinet in 2021 bijna zes miljard euro beschikbaar voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Voor de vijfde keer is geëvalueerd wat er met dit geld is gebeurd.
Duidelijk is dat de terugkeer naar het fysieke onderwijs voor verbetering heeft gezorgd. Weliswaar kampt nog altijd bijna twintig procent van de studenten met mentale problemen, maar dat percentage is lager dan vorig jaar. De hogescholen en universiteiten hebben met de NPO-middelen voor welzijn vooral extra studentenpsychologen en -decanen aangenomen.
Klimaatangst
Toch zijn de welzijnsproblemen van studenten nog niet voorbij, onderstrepen de onderzoekers. Daarvoor zijn inmiddels ook andere oorzaken aan te wijzen, zoals financiële zorgen, de krapte op de woningmarkt en klimaatangst.
Bron: Studentenpeiling NPO
Studie-uitval
Wat vermoedelijk ook niet bijdraagt aan het welzijn zijn studieproblemen. Nog altijd verlaat een grote groep studenten het hoger onderwijs zonder diploma. In het hbo steeg de uitval van eerstejaars in een jaar tijd van 15,5 naar 16,6 procent en strandden er ook meer ouderejaars dan vóór corona: toen 6 procent en nu 8 procent.
Aan de universiteiten zijn de problemen minder zichtbaar. Daar ligt de uitval onder eerstejaars- en ouderejaarsstudenten nagenoeg op hetzelfde niveau als voor de coronacrisis.
Bron: Vijfde voortgangsrapportage NP-Onderwijs
Lastig
Het precieze effect van de NPO-steunmaatregelen is volgens de onderzoekers lastig te onderscheiden. Er wordt van alles gedaan, maar niet alles wordt betaald uit de NPO-gelden.
Voorzitter Demi Janssen van het Interstedelijk Studenten Overleg vindt het fijn dat studenten beter in hun vel zitten, maar is tegelijkertijd bezorgd over de vele studenten die nog met hun mentale gezondheid worstelen. 'Daarom moeten we ons de komende tijd blijven inzetten om ook deze studenten de steun te geven die ze nodig hebben.'