Vrijdag werd een rapport van de onderwijsinspectie openbaar waarin staat dat het bij de TU Delft ernstig mis is met de sociale veiligheid van medewerkers. Het zou gaan om 'een patroon waarbij verwaarlozing van de zorg voor sociale veiligheid kan blijven bestaan'.
Volgens de inspectie is er sprake van ‘wanbeheer’. Dat betekent volgens de wet dat de minister van Onderwijs maatregelen van de raad van toezicht kan eisen om de situatie te verbeteren. Of hij dit gaat doen ligt aan de reactie van de TU Delft 'op de door de inspectie vastgestelde problematiek', schrijft demissionair minister Dijkgraaf aan de Tweede Kamer.
Frontale aanval
De TU Delft kiest de frontale aanval. Weliswaar benadrukt ze dat sociale veiligheid 'prioriteit, permanente aandacht en verbetering verdient' en dat ze de aanbevelingen van de inspectie 'meeneemt in haar verbeterproces', maar het onderliggende onderzoek van de onderwijsinspectie noemt ze ondeugdelijk.
Het zou 'onjuiste, incomplete en niet of slecht onderbouwde verwijten' bevatten aan 'de universiteit, (groepen) medewerkers en (groepen) leidinggevenden'. Volgens de TU Delft is er geen sprake van wanbeheer en brengt het rapport 'onaanvaardbare en onnodige schade' toe aan universiteit en medewerkers.
Ze wil het rapport daarom voorleggen aan de civiele rechter. 'Op basis van een beperkt onderzoek' mag je zulke ernstige verwijten niet maken, vinden het bestuur en de raad van toezicht.
Kwetsbaar
Het inspectierapport roept veel reacties op. Met name promovendi en vrouwen zouden in Delft sociale onveiligheid ervaren. Promovendi Netwerk Nederland ziet hierin een bevestiging van zijn eigen waarschuwingen dat promovendi een kwetsbare groep zijn. 'De sociale veiligheid van promovendi moet prioriteit nummer één zijn binnen de universiteiten', zegt voorzitter Benthe van Wanrooij.
Bijna twee jaar geleden publiceerde een commissie van wetenschapsgenootschap KNAW een rapport over sociale onveiligheid. Hoogleraar social psychologie Naomi Ellemers, voorzitter van de commissie, zegt in de Volkskrant dat leidinggevenden zich moeilijk kunnen inleven in de situatie van hun ondergeschikten. 'Zowel het hebben van een machtspositie als deel uitmaken van een meerderheid, kleurt je beeld. Dat is vaak genoeg bewezen.'
Ook in de politiek is het laatste woord er niet over gesproken. VVD-Tweede Kamerlid Claire Martens-America noemt het 'bizar dat deze situaties zich voordoen'. Ze blijft de kwestie op de voet volgen.