De QS Sustainability ranking neemt onder de loep hoe duurzaam een universiteit is, op basis van sociale impact, milieu-impact en de governance van een universiteit. QS (Quacquarelli Symonds) begon twee jaar geleden met deze duurzaamheidsranglijst. De voorgaande twee edities stond de UT tussen plek 321 en 340 (2023) en op plek 616 (2024). De eerste versie werd door QS zelf opgesteld, voor de tweede versie leverde de UT geen data aan. Voor komend jaar richt de UT wel haar pijlen op deze ranglijst.
Hetzelfde geldt voor de Times Higher Education impact ranking. Die ranglijst toetst onderwijsinstellingen aan de hand van de VN Sustainable Development Goals. De UT zet hierbij specifiek in op Sustainable Development Goals 3 (gezondheid), 7 (energie), 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en 12 (verantwoorde consumptie en productie). Bij de meest recente ranglijst werd de UT gedeeld eerste bij Sustainable Development Goal 9.
Exitstrategie
Ondertussen blijft de UT nog steeds meedoen aan de grote, ‘klassieke’ ranglijsten; de QS-ranking, de Times Higher Education ranking en de ARWU (Shanghai) ranking. Toch wil de universiteit op (middel)lange termijn af van deze ranglijsten. Zo staat in het besluit van het college van bestuur om ‘deel te nemen aan de nationale cultuurverandering rondom rankings’ en ‘op de middellange of lange termijn een exitstrategie te volgen voor de klassieke ranglijsten’.
Kritiek is er namelijk wel degelijk op de ranglijsten, zeker ook vanuit de hogere gelederen van de UT. Rector Tom Veldkamp noemde ze eerder ‘verdienmodellen van de rijkste universiteiten’. Maar eruit stappen is een brug te ver voor de UT. Dat deed de Universiteit Utrecht overigens onlangs wel met de Times Higher Education-ranking.
