Studenten gingen aan de slag met een project gebaseerd op een alledaagse uitdaging, het zogeheten challenge-based learning. Masterstudenten Aniek Hollander, Ellen Kok, Luc Roetenberg en Niels Evers richtten zich op het O&O-plein. ‘We mochten een eigen challenge bedenken en wilden iets doen met de openbare ruimte’, vertelt Kok. ‘Zo dachten we eerst aan het Van Heekplein, later aan het Hogekampplein – maar die is pasgeleden aangelegd en bleek al vrij duurzaam te zijn. Toen kwamen we ineens bij het O&O-plein. Die plek leek ons erg geschikt om te verduurzamen.’
Grauwe grindbak
Het plein, in 2010 geopend vanuit de gedachte om een ‘plein van ontmoeting’ te zijn, valt niet bij iedereen even goed in de smaak, weet Kok. ‘Je hebt natuurlijk die grote, grauwe grindbak, weinig groen, de onhandige bankjes… Er is wat ruimte voor verbetering, dat concludeerden we al vrij snel.’
Als onderdeel van hun project deden de vier studenten literatuuronderzoek, spraken ze met mensen van de dienst Campus & Facility Management en hielden ze een enquête onder studenten en medewerkers. ‘Binnen een mum van tijd hadden we 85 respondenten. Dat toont wel aan hoezeer het leeft’, aldus Kok. Dat niet iedereen onverdeeld positief is over het plein bleek uit de respons: 54,2 procent gaf aan het plein niet aantrekkelijk te vinden. Zo’n dertig procent denkt dat het aantrekkelijk kan zijn, zij het na een paar aanpassingen. Vijftien procent van de respondenten vindt het plein aantrekkelijk in zijn huidige voorkomen. ‘Al met al storen mensen zich vooral aan het gebrek aan sociale duurzaamheid; er vindt te weinig plaats en de plek nodigt niet uit om te verblijven’, zegt Evers.
Met die informatie in het achterhoofd ging het projectgroepje aan de slag. ‘Belangrijk was dat het realistisch en uitvoerbaar zou zijn. Je kan wel iets heel groots bedenken, maar als je het niet kan uitvoeren heb je geen impact’, zegt Evers. ‘Bovendien heeft de UT momenteel eigenlijk nul komma nul budget beschikbaar hiervoor, gezien de financiële situatie’, vult Kok aan.
Verrijdbare plantenbakken en foodtrucks
De studenten kwamen tot een zestal oplossingen: verrijdbare plantenbakken, modulaire zitplekken, foodtrucks, muurschilderingen op het Educafé waar nu het Starbucks-logo prijkt, een verbeterd fiets- en wandelpad tussen O&O-plein en het Hogekampplein en een overdekt terras voor de Waaier.
‘We hebben ons op drie vormen van duurzaamheid gericht: natuurlijke, sociale en economische duurzaamheid’, licht Kok toe. ‘Je zou zo’n plein helemaal kunnen vergroenen en het grind vervangen door gras, maar de grindbak heeft ook een bepaalde sociale functie, zoals een plek voor het openingsevenement van de Business Days Twente. Daarom zouden verrijdbare plantenbakken een uitkomst kunnen zijn. Daarnaast denken we dat foodtrucks – zoals die ook te vinden zijn aan de Boulevard – kunnen helpen op het gebied van zowel sociale als economische duurzaamheid. Juist de partijen die er nu zitten, zoals cateraar Appèl, kunnen daar veel meer gebruik van maken.’
‘Bal ligt bij CFM’
De studenten zijn het tijdens hun project roerend eens geworden met Campus & Facility Management dat het beter is om het O&O-plein fietsvrij te houden, een maatregel die vorig kalenderjaar inging. ‘Wil je het plein als verblijfsruimte hebben, dan moet je er geen fietsenstallingen willen hebben’, zegt Kok. ‘Anders wordt het een doorvoerroute in plaats van een ontmoetingsplek. Bovendien concluderen wij ook dat er genoeg fietsenrekken om het plein heen beschikbaar zijn.’
Met het zestal pasklare oplossingen gereed, rest volgende week nog een presentatie hierover om het vak af te ronden. Of hun voorstellen realiteit gaan worden, die kans achten de studenten voorlopig niet heel realistisch. ‘De bal ligt bij CFM. Ook al stonden ze positief tegenover de plannen, er is gewoonweg geen budget de komende jaren’, zegt Kok. ‘Alleen voor de aanpak van het fietspad tussen het O&O-plein en het Hogekampplein, begrepen we’, vult Evers aan. ‘Binnen civiele techniek is er ook de stroming verkeer, wellicht dat die studenten daarover mee kunnen denken.’
Want zo’n studentenproject heeft wel degelijk meerwaarde, zeggen Evers en Kok. ‘Dit was een relatief klein project voor vijf EC’s. Met weinig moeite kun je iets ontwerpen dat aansluit bij de wensen van studenten. Je kan dus best veel impact maken met weinig geld of inspanning, als je maar naar studenten luistert’, aldus Kok.