Al in het hoofdlijnenakkoord beloofden de regeringspartijen dat het nieuwe kabinet 1,4 miljard euro zou uittrekken om studenten extra te compenseren voor het mislopen van de basisbeurs tussen 2015 en 2023. De eerste versie van de benodigde wetswijziging staat nu online.
Het kabinet wil de leenstelselstudenten een aanvullende tegemoetkoming geven van ‘ongeveer 40 euro’ per maand aan misgelopen basisbeurs. Voor vier jaar studie is het dus zo’n 1.920 euro – iets meer dan bij de eerste tegemoetkoming die sinds begin dit jaar wordt uitgekeerd (1.640 euro).
Ook het tweede bedrag wordt in beginsel van de studieschuld afgetrokken en anders op de bankrekening gestort. Wie recht heeft op de eerste tegemoetkoming komt automatisch ook voor de tweede in aanmerking.
Bijzondere omstandigheden
Iedereen kan tot 2 mei reageren op het wetsvoorstel. Een verschil met de eerste tegemoetkoming is dat de doelgroep wordt uitgebreid met naar schatting zesduizend studenten die hun diploma niet konden behalen omdat ze te maken kregen met ‘bijzondere omstandigheden’. Denk daarbij aan arbeidsongeschiktheid, een functiebeperking of een chronische ziekte. Ze hebben dan niet alleen recht op de aanvullende tegemoetkoming vanaf 2027, maar met terugwerkende kracht ook op de eerste.
Hetzelfde geldt voor ‘enkele tientallen’ studenten in vergelijkbare omstandigheden, die hun diploma niet binnen de gestelde tien jaar konden behalen. Voor hen wil minister Bruins de diplomatermijn verlengen naar maximaal vijftien jaar.
Winst
Als het wetsvoorstel erdoor komt, krijgen de eerste vier lichtingen pechstudenten – met de studievoucher erbij – een tegemoetkoming van in totaal 5.600 euro bij vier jaar studie. Voor thuiswonende studenten is dat bedrag duizend euro hoger dan ze aan basisbeurs zijn misgelopen.
