We zijn met z’n allen behoorlijk tevreden over het werken bij de UT. Vooral het plezierige contact met collega’s scoort hoog. Iets minder blij zijn ‘we’ – de 1800 medewerkers die meededen aan het medewerkersonderzoek - met de mogelijkheden om door te groeien en de toegenomen werkdruk. Maar wat echt beter moet is de betrokkenheid van het college van bestuur bij de werkvloer.
Alles bij elkaar noemt collegelid Kees van Ast het ‘een hele mooie score’. Hij doelt dan op de deelname van 1800 medewerkers (56,7%) die meededen aan het onderzoek en gemiddeld een 7,4 gaven over het werken bij de UT. Wat Van Ast opvalt zijn de positieve uitkomsten over de leidinggevenden. ‘Het afgelopen jaar is er ingezet op cursussen voor het management. Of de goede uitkomsten daaraan te wijten zijn, durf ik niet meteen te zeggen, maar een beter resultaat is er nu wel.’
Een lichte stijging op het gebied van werkdruk noemt Van Ast ‘een aandachtspunt’. ‘Binnen het CvB zullen we het gehele onderzoek nog bespreken, en waar nodig maatregelen nemen.’ Dat geldt ook voor de mindere scores op het gebied van ‘medezeggenschap en bestuur’. De Universiteitsraad krijgt een 5,1 en het college van bestuur een 3,6 als het gaat om ‘voldoende weten wat er leeft op de werkvloer’. ‘De afstand tussen bestuur en werkvloer wordt blijkbaar als te groot gezien en dat leidt tot de veronderstelling dat wij onvoldoende op de hoogte zijn van wat er speelt. Samen met decanen en directeuren zullen we daarom moeten kijken hoe we die afstand kleiner kunnen maken. Ik kan nu alleen nog niet zeggen, dit is dé oplossing. Zo eenvoudig ligt het niet.’
De afzonderlijke eenheden, zoals faculteiten, diensten en vakgroepen, krijgen afzonderlijk de uitkomsten voor hun groepen nog toegestuurd. ‘De leidinggevenden kunnen dan zelf de knelpunten bespreken met medewerkers en naar oplossingen zoeken. In ieder geval zijn de resultaten zo gepresenteerd dat er geen individuele scores zichtbaar zijn.’
Als het college van bestuur tot een plan van aanpak komt - bijvoorbeeld op het gebied van werkdruk of het verkleinen van afstand tussen bestuur en werkvloer – dan zal dit eerst besproken worden met de Uraad. Van Ast laat wel weten dat het de intentie is om een dergelijk medewerkersonderzoek – waarbij de focus op onderwerpen kan verschillen - over twee jaar opnieuw wordt gehouden. ‘Het blijft belangrijk om te blijven meten wat medewerkers van de UT vinden.’