Hoe lang werk je al op de UT?
‘Sinds juli vorig jaar ben ik bouwprojectmanager en kreeg ik meteen de verbouwing van de Technohal onder mijn hoede. Dat bevalt goed, maar het is heel uitdagend. Het was wel even schakelen om halverwege in zo’n groot project te stappen. Maar het staat er goed voor. De opleveringsborrel is deze week en daarna kan het inrichten en verhuizen beginnen.’
Dus dat houdt je nog even bezig?
‘Absoluut. Het inbouwpakket van onder andere de restauratieve voorzieningen en medische ruimten moeten nog plaats vinden. Ook worden nog 3 bomen in het gebouw geplaatst en we willen ervoor zorgen dat de voorzijde van de Technohal aansluit op het O&O-plein. Daarom gaat dit jaar ook het buitengedeelte op de schop. Mijn volgende project wordt waarschijnlijk de nieuwe huisvesting van ITC. Een mooie overlap: als het rustiger wordt rondom de Technohal, rol ik zo een ander groot project in.’
'Ik kan mijn eigen steentje bijdragen aan supergave projecten'
Waarom koos je eigenlijk voor de UT?
‘Het begon te kriebelen tijdens mijn vorige baan bij de Gemeente Hengelo, waar ik me als projectmanager bezighield met infrastructurele projecten en gebiedsontwikkeling. Daarvoor was ik projectleider nieuwbouw en renovaties bij het Vastgoedbedrijf van de Gemeente Enschede. Maar hier op de UT zag ik dat ik de krenten uit de pap kon halen: ik kan direct invloed uitoefenen op bijzondere bouwprojecten vanuit een opdrachtgevende rol. Het gaat niet alleen puur om het bouwkundige of het technische aspect, maar juist om het direct samenwerken met de eindgebruikers en alle betrokken partijen rondom een vastgoedopgave. En op de campus weet je meteen voor wie je het doet. Natuurlijk heb ik mijn huisvesting-oogkleppen op, maar ik zie wel wat voor inspirerende omgeving dit is. Ik kan mijn eigen steentje bijdragen aan supergave projecten.’
Waar kom je eigenlijk vandaan?
‘Ik ben geboren en getogen in Losser. Ik ben er ook nooit weggegaan trouwens. Ik studeerde bouwkunde en technische bedrijfskunde aan het Saxion in Enschede en was een thuiswonende student die volop heeft genoten van het Enschedese studentenleven. Nu woon ik in Losser met mijn vrouw, zoontje van 9 en dochter van 7.’
Hoe is het leven daar?
‘Goed! Familie en mensen om me heen, daar geniet ik van. Dat combineer ik met plezier hebben in mijn eigen dingen.’
'Ik maak geregeld een vlucht boven de UT'
Wat zijn die eigen dingen?
‘Vliegen vooral. Ik heb een jaar of zeven geleden mijn brevet gehaald en ik mag sindsdien in een eenmotorig vliegtuig vliegen. Ik vind het prachtig hoe veel dingen samenkomen: avontuur, mooie vergezichten en de techniek. Je hebt alle vrijheid, maar ook de volle verantwoordelijkheid over een machine. De liefde voor vliegen werd op mijn twintigste aangewakkerd. Mijn toenmalige vriendin – nu vrouw – gaf me een les zweefvliegen cadeau. Tegenwoordig stijg ik regelmatig op vanaf Flugplatz Nordhorn-Lingen en neem ik vaak vrienden en kennissen mee voor een rondje boven Twente. Ik maak ook geregeld een vlucht boven de UT om te kijken hoe de campus erbij ligt. Het gezin gaat trouwens af en toe mee. Dan maken we er een dagtripje van, bijvoorbeeld naar de Waddeneilanden. Een uurtje vliegen en dan lig je zo aan het strand op Texel.’
Wat doe je verder graag?
‘Ik heb een racefiets en een mountainbike, maar daar zit ik de laatste tijd te weinig op. Op de zaterdagen sta ik langs de lijn als leider van het voetbalteam van mijn zoon. En ik ben gek op skiën. Ik begon daar pas laat mee, toen ik op mijn 22e met vrienden op wintersport ging. Het skiën gaat boven de après-ski trouwens. Een paar biertjes na een mooie skidag zijn lekker, maar de volgende ochtend wil ik weer fris en fruitig van de piste af.’
Hoe zag jouw zondagmiddag eruit?
‘Best ontspannen. We kregen familie over de vloer en hebben even in de tuin gewerkt. Daarna was het tijd voor de eerste barbecue van dit jaar.’
Wat is voor jou de mooiste plek op de campus?
‘Adel verplicht: de Technohal. Nu het project bijna af is, kan ik zeggen dat dit een prachtig uithangbord wordt voor alles wat de UT op het gebied van gezondheidszorg doet.’
Tot slot: waar wil je over vijf jaar staan?
‘Dan hoeft er voor mij nog niet zoveel veranderd te zijn. De rol die ik nu heb past goed bij me, als schakel tussen de gebruikers, adviserende en uitvoerende partijen. Goede gezondheid, plezier hebben in mijn werk en familie en vrienden om me heen zijn uiteindelijk het belangrijkst. Ach, het zijn misschien clichés, maar als dat goed blijft, maak ik me om de rest niet zo druk.’