‘In welke maandagochtendmodus zitten jullie? A: Ik zit nog in bed, B: Ik ben uit bed, maar nog in pyjama, C: ik ben aangekleed of D: ik ben fris gewassen, tanden gepoetst, gekleed en ready to go?’
Deze multiplechoicevraag stelde ik de studenten die maandag begonnen met de module Living and Working Tomorrow van de opleiding Creative Technology. De eerstejaars van het legendarische jaar 2020/2021 gaan hun tweede semester in. Een semester in lockdown en met avondklok. En dan nu nog eens geconfronteerd met modulecoördinator en docent Nijboer, die direct duidelijk maakt dat je haar de eerste keer aanspreekt met ‘dear dr. Nijboer’ in plaats van ‘hey Femke’. Vanwege etiquette. Wat een pech.
Of niet? Ik betrap mezelf erop dat ik dit jaar meer vragen dan ooit heb over mijn nieuwe eerstejaars. Wat zijn dit voor 18-jarigen?
Vóór het semester betrapte ik mij op wat ijzige gedachten. Hadden deze studenten niet wat beters te doen? Wat deed hen in godsnaam besluiten een universitaire studie te beginnen tijdens een globale pandemie? Had de 18-jarige ik dat ook gedaan? Of was ik als een heuse Florence Nightingale gaan werken in een verzorgingshuis of bij de telefooncentrale van de GGD? Waarschijnlijk niet, geef ik toe. Tegen de tijd dat je 18 jaar bent, zijn de meeste kinderen wel succesvol geïndoctrineerd door ambitieuze ouders en de statusgeile kennismaatschappij. Ik was niet anders. Mak gaf ik mijn dromen van de toneelschool op en ging braaf studeren want ‘anders is het zonde van je VWO’. Een pandemie had me vast niet wakker geschud.
Ik kan het ze niet vragen, waarom ze in godsnaam zijn gaan studeren? Omdat zulke foute, insinuerende vragen het beste face to face gesteld worden met je mondhoeken naar beneden en een koffiemok in je hand. Als een gevangenisbewaarder die misprijzend een nieuwe gevangene verwelkomt. Zulke vragen zouden mijn transformatie tot zure, opgebrande docent wel vervolmaken, dacht ik cynisch.
Tot mijn vreugde merkte ik dat de transformatie nog niet compleet is. Het laatste restje mens in mij creëerde afgelopen weekend een quiz om het ijs te breken. Een quiz om mijn studenten op afstand en wetende dat zij hun godvergeten webcam niet aan zouden zetten, toch te leren kennen. Zonder gevoel bij mijn publiek, ben ik niets waard. Ik knalde de link naar de quiz in de chat en spitste mijn voelsprieten.
Daar gingen ze… binnen enkele minuten hadden meer dan zeventig studenten de quiz ingevuld. Een kwart keek vanuit bed, een kwart zat nog in pyjama, maar de helft was toch al aangekleed. Na de lockdown wilden sommigen graag weer dansen, andere skiën. De meeste waren tevreden met hun relatiestatus, enkelen konden niet wachten weer te gaan daten. Een student biechtte anoniem op dat hij het uit ging maken zodra de lockdown voorbij was. Voorlopig zat hij stuck met zijn partner. Gevraagd naar hun vragen over de module zeiden velen er gewoon zin in te hebben. Geliefde festivals waren Pinkpop, de Zwarte Cross, ADE, Rock am Ring en vele zeiden ook ‘I prefer a cup of tea’. Gevraagd naar hun plannen over vijf jaar hoopten velen dan hun master afgerond te hebben. Misschien een baan en een hond te hebben. Eentje hoopte een wasbeer te hebben. Dat laatste deed me de das om. IJs gesmolten.