Slagroomtaart

| Femke Nijboer

Columnist Femke Nijboer bewondert wetenschappers die zich durven te mengen in het publieke debat. En juist wél in gesprek gaan met de anonieme meute. Maar haar sympathie verdwijnt bij onredelijkheid en humorloosheid.

Photo by: AJF

Iedereen wil toch zo cool zijn als hem? Ik wel ten minste. Voetballertjes van een jaar of 9 hebben Gakpo en Mbappé, wij wetenschappers hebben Marc van Ranst. Niet alleen is hij een goede wetenschapper, maar hij mengde zich de laatste jaren ogenschijnlijk ontspannen en met zeer droge humor in het publieke debat op een heikel onderwerp: het coronavirus. Proestend las ik zijn antwoord op iemand die op Twitter zoiets zei als: ‘Ik nam een prik en nu heb ik last van mijn ogen’. Marc antwoordde: ‘Ach neen, het is beslist ook beter als u hem in uw arm neemt!’.

Hij blijft zich publiekelijk uiten, geeft lezingen. Legt uit, duidt, ook al wordt hij voortdurend bedreigd, moest hij al eens onderduiken en ontvangt hij veel reacties van anonieme mensen. Soms, als de anoniemen even vergeten anoniem te bellen, belt hij hen terug. Je kan je alleen voorstellen hoe die lui zich dan voelen. Dan heb je hem ineens aan de telefoon en vraagt hij je doodleuk: ‘Wat wilde je nou precies zeggen? Zeg het maar’. Dit is wel de kern van zijn coolheid: hij blijft gewoon zichzelf en beantwoordt onredelijkheid met rede.

Nadat ik die ene column over vaccineren had geschreven, kreeg ik een voicemailbericht van een anonieme beller. Een man nam even adem. Ik hoorde een kraakje dat een mannenstem verried en hoorde de man vervolgens aarzelen alsof hij de voicemail niet had verwacht of het even niet goed snapte. Toen zei hij heel rustig en goed articulerend één enkel woord: ‘kuthoer’. In plaats van beledigd te zijn, maakte dit me – geloof het of niet - razend nieuwsgierig naar de man.

Wie was deze volwassen man? Waarom had mijn mening hem zo beroerd dat hij het nodig vond minuten van zijn leven te spenderen aan het opzoeken van mijn nummer op de website van de UT, mij te bellen en dat ene scheldwoord op mijn voicemail te zetten? Ik voelde een sterk verlangen hem terug te bellen. Ik stelde me voor dat hij een zoon van 12 had en dat die opnam. ‘Hallo, met Femke. Is je vader misschien thuis? Mag ik hem even spreken?’. ‘Papa zit even op de WC, kunt u straks even terugbellen?’. ‘Ja, da’s goed’.

Bizar vind ik het, maar fascinerend, zielig en ergerlijk tegelijkertijd. Mensen die anoniem hun gal spuwen op het internet. Wat voor levens leiden ze? Ze zullen de kwaadste niet zijn, dus wat moet je dan van hen vinden? Zou je hen herkennen in je eigen kennissenkring? Wat moet je met hen aan? Ik weet het niet.

Marc weet het wel. Afgelopen zondagochtend kreeg hij een slagroomtaart in zijn gezicht gegooid, vlak voor hij een lezing zou houden over covid. Hij veegde zijn gezicht af en merkte op dat de taart best lekker was. Marc doet dat gewoon.

We leven in een week waarin twee docenten weg worden gebonjourd door hun universiteiten. Bij de een, Laurens Buijs van de Universiteit van Amsterdam, is dat besluit behoorlijk beter te verdedigen dan bij de ander, Suzanne Täuber van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Kritiek is liefde’, betoogde Hieke Huistra prachtig in Trouw. Täuber en Buijs hadden beiden kritiek op de sfeer op de universiteit en dat toont hun verschilligheid. Maar Buijs heeft niet alleen kritiek op de cultuur bij de universiteit, hij doet er nog eens een schepje bovenop en bestempelt specifieke collega’s als ‘levensgevaarlijk’. Hiermee maakt hij het minder veilig voor hen om zich uit te spreken, want je weet best dat de anonieme meute klaarstaat om ze verslinden.

Waar Buijs eerder nog een beetje sympathie bij me had, omdat hij ten minste voor reuring zorgde in dit zo gezapige wetenschapslandje waarin niemand ooit z’n bek opentrekt uit luxe, angst iets onwelgevalligs te zeggen en/of ongeïnteresseerdheid, verliest hij nu met zijn onredelijkheid en zijn weloverwogen stap tot het mennen van de meute, mijn laatste restje sympathie.

Ik pleit vanaf nu voor een Marc in elke vakgroep, om de sfeer goed te houden en de humor wat meer voorrang te geven.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.