Vandaag is de zonnewende. Zunnewende in het Nedersaksisch. Solstice in het Engels. De zon bereikt haar hoogst noordelijke positie. Vanaf 16.57 keren we weer en gaan we naar de donkere dagen en midwinter.
Als kind van het oosten hou ik wel van heidense natuurgodsdienstfeestjes, dus ga ik zaterdag naar het Zunnewendefestival in Hellendoorn. Niet om naakt te dansen in de weide (dat mag vast niet en mijn lichaam is geen goddelijke 18 meer), maar wel voor het eeuwenoude ritueel om samen te komen en muziek en taal te beleven op zo’n magisch moment. Alles beweegt voortdurend in een perpetuum mobile. Alles is één. Hoe wrang dat ik me uitgerekend in de week van zunnewende liet meevoeren in de waan van de dag.
Iedereen debatteerde op de socials over internationalisering en het taalbeleid op universiteiten. Minister Dijkgraaf stelde voor maximaal een derde van een bacheloropleiding in het Engels te laten zijn. Paniek bij mij en collega’s: Dat ging veel te ver! Paniek bij politici: dat ging niet ver genoeg!
De ene na de andere politicus drukte de knop van de microfoon in en mopperde op de minister dat hij te weinig doet om Nederlands de dominante taal te laten zijn op universiteiten. Hard maken kan ik het niet, maar het voelde als vals sentiment. De roep om Nederlands als dominante taal lijkt populistisch op zijn minst en nationalistisch op zijn slechtst. Alsof er grenzen zijn in de wetenschap….
Een van de betere argumenten was dat Nederland wel zaait, maar niet oogst. Studenten zien Nederland als doorreisstation. ‘Neem Enschede en Maastricht’, gaf Pieter Omtzigt als voorbeeld, ‘Wat heeft Nederland eraan dat Duitse psychologiestudenten terug gaan naar Duitsland?’.
Ik slikte snel een ontzettend foute grap in over het belang van Europa bij psychisch stabiele Duitsers.
Er waren teveel argumenten voor en tegen Engels om op te noemen, maar een artikel op U-Today (misverstanden rond Engelstalig onderwijs) deed ons echter al snel beseffen dat de soep minder heet was dan die was opgediend. Er verandert helemaal niet zoveel. Onze minister, natuurkundige (!), lijkt slim te hebben gelaveerd tussen wat de waan wil en de mores dicteert.
Door al dat geneuzel over welke taal dominant moet zijn, vergaten we bijna stil te staan bij waarom zoveel jonge mensen en hun ouders willen dat ze gaan studeren. En waarom studeren in het buitenland? Waarom wil je zo graag van Italië, met al dat lekkere eten en die fijne kunst, naar donker en nat kroketland Nederland?
Simpel. Een academisch diploma is een ticket naar een beter leven, een eersteklas leven. Hoger opgeleiden hebben een beter salaris, meer respect in de maatschappij, een hypotheekkans en ze hebben zelfs significant meer gezonde levensjaren én een hogere levensverwachting! Je CV is nog excellenter als je buitenlandervaring hebt. Jongeren hebben pas een kans als ze de sterren aan hebben geraakt. De massale toestroom aan studenten wordt niet veroorzaakt door een enorme begeestering voor wetenschap, maar doordat jongeren überhaupt een kans willen hebben.
Je kan je druk maken om het Engels, of omdat universiteiten centjes verdienen in het door de regering bedacht monopoliespelletje, of omdat universiteiten efficiënt met al die studenten om proberen te gaan, maar maak je eens druk om armoede en gelijke kansen. En erger je eens aan de waan van de dag dat we allemaal “succesvolle” hoogopgeleide mensen moeten worden om een leuk leven te hebben.
Misschien dat jonge mensen dan weer durven te kiezen voor wat past in plaats van voor wat loont. Misschien dat wij dan weer eens studenten krijgen wiens ogen gaan twinkelen van natuurwetten en die tijdens Zunnewende met me meedansen in ontzag voor het perpetuum mobile.